De Orde van de Witte Ster (Estisch: Valgetähe teenetemärk) is een orde van verdienste van de Republiek Estland. De orde werd op 7 oktober 1936 ingesteld. De orde wordt voor bijzondere civiele verdienste toegekend. De orde werd tegelijk ingesteld met de Orde van het Rijkswapen, de hoogste onderscheiding van het land. De versierselen van beide ordes werden ontworpen door Paul Luhtein.
Gedurende de eerste drie jaar durende periode van haar bestaan werd de orde slechts twintigmaal toegekend: daarna werd Estland geannexeerd door de Sovjet-Unie. De Russische marionettenregering heeft de orde in 1940 afgeschaft.
In 1990 verjoegen de Esten hun communistische onderdrukkers en de nieuwe Estse regering stelde de orde opnieuw in[1].
Versierselen
Het versiersel is een witgeëmailleerde ster met zes armen en twaalf punten. In het midden is een gouden wapenschild beladen met drie gaande leeuwen azuur (blauw) geplaatst. Daaromheen is een, eveneens gouden, lauwerkrans bevestigd. De medaille is gelijk aan het versiersel van de Vijfde Klasse maar zij is in een zilveren cirkel geplaatst.
De achterzijde van de ster draagt de oprichtingsdatum: 7 oktober 1936.[2]
Graden
Versierselen
Klasse
Beschrijving
Grootmeester
De Estse president is de Grootmeester van de orde.
Eerste Klasse met Keten
Deze voor staatshoofden gedachte graad draagt het versiersel aan een gouden keten en aan een breed lint over de rechterschouder. Op de linkerborst wordt de gouden ster gedragen.
↑Art. 5: The Order of the White Star was instituted in 1936 in order to commemorate the fight of the Estonian people for freedom. The Order of the White Star is bestowed on Estonian citizens in order to give recognition for services rendered in state public service or local government and on aliens for services rendered to the Estonian state. Wet op de decoraties van 11 december 1996 op [1].