De Orde van de Ronde Tafel (of Ridders van de Ronde Tafel) wordt in de Arthurlegende genoemd als de hoogst onderscheiden ridders in het gevolg van Koning Arthur. De Ronde Tafel is een tafel die gestaan zou hebben in het kasteel van Koning Arthur. Hier vergaderde hij met zijn ridders. Of de tafel of een soortgelijke tafel ooit echt heeft bestaan is niet bekend.
In het begin van zijn koningschap was Arthur voornamelijk bezig met het verenigen van de verschillende landheren en het bouwen van Camelot. Zoals het een goed koning betaamt moest hij een koningin zoeken. Al gauw hoorde hij van de mooie Gwenhwyfar (Guinevere). Hij vroeg haar vader om haar hand en trouwde met haar. Bij de bruidsschat zat een grote ronde tafel en Arthur gebruikte deze tafel bij de vereniging van Engeland. Zo ontstond "de ronde tafel". Iedereen aan deze tafel was gelijk aan de ander, niemand was belangrijker en iedereen werd gehoord. De landheren werden tot ridder geslagen en hadden allen plaats aan de ronde tafel.
Volgens de legende stond in het kasteel Camelot een grote Ronde Tafel waaraan een bepaald aantal[1] ridders als gelijken aanzaten.
Nooit wreed te zijn maar kwartier te geven wanneer daarom wordt gevraagd;
Vrouwen te steunen;
Geen geweld te gebruiken tegen vrouwen;
Geen gevechten aan te gaan vanwege ruzies zonder grond of winstbejag.
De genoemde idealen staan in sterk contrast tot het werkelijke gedrag van de ridders in de vroege middeleeuwen, vernietigende onderlinge oorlogen waarvan vooral de boeren het slachtoffer waren, verkrachting, verraad, onderlinge krachtmetingen en het zich verkopen aan de meestbiedende waren aan de orde van de dag. De ridderorden waarvoor de Ronde Tafel de inspiratie was waren een bewuste poging om de edelen aan hun leenheer te verplichten en manieren bij te brengen.[bron?] Kenmerkend voor de mentaliteit van de middeleeuwse ridders is dat vrouwen wel worden genoemd maar burgers, boeren, horigen, zieken, geestelijken en anderen die weerloos waren tegen het geweld van de ridderstand niet.[bron?]
De oudste legenden rond de Ronde Tafel
De eerste vermelding van de Orde van de Ronde Tafel is bij Wace wiens Roman de Brut voortborduurde op Geoffrey of MonmouthsHistoria Regum Britanniae. Latere schrijvers gebruikten het thema eveneens, waarbij zelfs de oudste bronnen Arthur een gevolg van buitengewoon dappere ridders toeschrijven. Geoffrey schrijft dat de ridders uit heel Europa naar Camelot trokken om Arthur te dienen. In de Mabinogion hebben de ridders zelfs bovennatuurlijke krachten. De namen van de ridders die in de Welshe legende worden genoemd zijn ook op het Europese vasteland wordt verteld overgenomen. Cai werd Kay (Keye), Bedwyr werd verfranst tot Bedivere, en Gwalchmai is bekend als Gawain (Walewein).
De Ridders van de Ronde Tafel
Sir Aglovale, zoon van Koning Pellinofe van Listinoise
Waar bij de naamsuitgang 'ofe' staat, kan ook 'ore' gelezen worden (zo wordt bijvoorbeeld Pellinofe ook vaak aangeduid als Pellinore en Ectof als Ector).
Malory noemt in het verhaal van Sir Urry nog een honderdtal namen; het gaat daar om:
Koning Clariance van Northumberland
Sir Barrant le Apres (Koning met honderd Ridders)
Koning Angwish van Ierland
Koning Nentres van Garlot
Koning Carados van Schotland
Sir Galahalt (een Hertog bekend als de Haut Prince)
Hertog Chalance van Clarence
Graaf Ulbawes
Graaf Lambaile
Graaf Aristance
Sir Florence (zoon van Gawain en Sir Brandiles' zuster)
Sir Lovell (zoon van Gawain en Sir Brandiles' zuster)
Sir Blamor van Ganis
Sir Bleoberis van Ganis
Sir Gahalantine
Sir Galihodin
Sir Mena Duke
Sir Villiars de Valiant
Sir Hebes le Renowne
Sir Dodinas le Savage
Sir Kay l'Estrange (niet Kay, Arthurs seneschal)
Sir Meliot van Logris
Sir Petipace van Winchelsea
Sir Galleron van Galway
Sir Melion van de Berg
Sir Cardok
Sir Uwain le Avoutres
Sir Ozanna le Coeur Hardi
Sir Ascamore
Sir Grummor Grummorson
Sir Crosslem
Sir Severause le Breuse (befaamd omdat hij niet met mensen maar wel met reuzen en draken vocht)
Sir Dornar
Sir Lucan de Butler
Sir Brandiles
Sir Clegis
Sir Sadok
Sir Dinas (Seneschal van Cornwall)
Sir Fergus
Sir Driant
Sir Lambegus
Sir Clarus van Cleremont
Sir Clodrus
Sir Hectimere
Sir Edward van Caernarvon
Sir Dinas
Sir Priamus
Sir Helian le Blanc
Sir Brian van Listinoise
Sir Gauter
Sir Reynold
Sir Gillimer
Sir Gumret le Petit
Sir Bellenger le Beau
Sir Hebes (niet Hebes le Renowne)
Sir Morganor
Sir Sentrail
Sir Suppinabiles
Sir Belliance le Orgulous
Sir Neroveus
Sir Plenorius
Sir Damas
Sir Harry le Fils Lake
Sir Herminde
Sir Selises van de “Wenende Toren”
Sir Edward van Orkney
Sir Ironside (Ridder van de Red Launds)
Sir Arrok
Sir Degrevant
Sir Degrave sans Villainy (die vocht met de reus van de Black Lowe)
Sir Epinogris (zoon van Koning Clariance van Northumberland)
Sir Lamiel van Cardiff
Sir Plaine van Fors
Sir Melias van l'Isle
Sir Borre le Coeur Hardi (Koning Arthurs zoon)
Sir Mador de la Porte
Sir Colgrevance
Sir Hervis van het Woeste Woud
Sir Marrok (die door zijn echtgenote zeven jaar lang in een weerwolf werd veranderd)
Sir Persant
Sir Pertolepe
Sir Perimones (broer van Persant en Pertolepe en de “Rode Ridder” genoemd)
Sir Lavain
Sir Urry
Sir Urry kwam uit Hongarije om bij de Ridders van de Ronde Tafel genezing voor zijn wonden te zoeken, maar de 110 ridders bleken daartoe niet in staat. Toen Sir Lancelot in Camelot aankwam, genas hij Sir Urry.
Tafel van Winchester Castle
In de Great Hall van het Zuid-Engelse Winchester Castle in Winchester hangt een grote ronde tafel aan de muur. Er zijn 24 namen op vermeld. In het verleden hebben velen zich aan deze tafel vergaapt, in de veronderstelling dat de legendarische koning er werkelijk aan had gezeten. Dendrochronologisch onderzoek heeft echter aangetoond dat zij pas in de dertiende eeuw werd vervaardigd en dus gemaakt moet zijn naar het voorbeeld van de verhalen die toen in omloop waren. De beschildering is van nog latere datum, de zestiende eeuw, en toont koning Hendrik VIII en in het centrum de roos van het huis Tudor.
De namen zijn (rechtsom): Galahad, Lancelot, Gawain, Percivale, Lionell, Tristram de Lyones, Gareth, Bedivere, Bleoberis, Lacotemale Taile, Lucan, Palomedes, Lamorak, Bors de Ganis, Safer, Pelleas, Kay, Ector de Maris, Dagonet, Degore, Brunor le Noir, Lebius Desconnu, Alymere, Mordred.