De monialen van Wisques moesten, evenals de monniken, in het kader van de Franse secularisatiepolitiek uit 1901, uit Frankrijk vertrekken aangezien hun klooster zou worden opgeheven. Vele ordes vertrokken en abdis Thérèse Bernard besloot naar Nederland te komen. Daar werd een voormalige jongenskostschool, de School van Treffers, gekocht op landgoed Vredeoord. Hier stichtten de Franse zusters hun klooster. Er kwamen ook intredingen van Nederlandse monialen. In 1918 werd het weer mogelijk om naar Frankrijk terug te keren. Veel Franse zusters deden dat en in Oosterhout werd in 1919 een priorij gesticht met Mère Hildegarde Lamy de la Chapelle als priorin. In 1924 werd de priorij verheven tot abdij en Mère Hildegarde werd abdis. Ongeveer dertig zusters waren naar Wisques teruggekeerd zodat ook daar het moniale leven weer op gang kwam. In 1944 werd het Nederlands de voertaal in de abdij.
De bedrijvigheid in de abdij bestaat onder meer in een restauratieatelier voor gobelins en een atelier voor de vervaardiging van liturgische gewaden en textiel. Daarnaast worden iconen geschilderd, wordt er geweven en worden kaarsen beschilderd.