Mireille Darc werd geboren in Toulon waar ze haar kindertijd doorbracht en schooltijd doorliep. Daarna volgde ze lessen aan het conservatorium van Toulon. Ze voltooide er met succes haar opleiding in 1957 en besloot actrice te worden. Twee jaar later trok ze naar Parijs en koos het pseudoniem Darc (een verwijzing naar Jeanne d'Arc en naar de Arc, de rivier uit haar kindertijd). Om haar toneellessen te bekostigen werd ze mannequin en deed ze onder meer poseerwerk voor een schilder en ook voor fotostrips.
Haar verschijning in enkele televisiefilms maakte haar bekend. In haar allereerste bioscoopfilms speelde ze het jonge mooie meisje zoals in het Brigitte Bardot-vehikel La Bride sur le cou (1961). In 1963 vertolkte ze haar eerste belangrijke rol als de dochter van Louis de Funès in de komedie Pouic-Pouic. In 1964 bezorgde Georges Lautner haar de echte doorbraak met de vrouwelijke hoofdrol in de spionagekomedie Les Barbouzes, een commerciële voltreffer.
Succes en imago
Tijdens haar relatief korte filmcarrière werd ze de geliefkoosde actrice van Lautner die dertien films met haar draaide. Met hem en met onder meer Edouard Molinaro, Jacques Deray en Yves Robert leverde ze de ene na de andere succesrijke politiefilm of komedie af. Opmerkelijk was dat, op Jean-Luc Godard na (in de satirische tragikomedie Week-end, 1967), geen enkele cineast haar talent gebruikte in een dramatische film. Ze deelde de affiche met heel wat grote acteurs zoals Bernard Blier, Jean-Louis Trintignant, Jean-Pierre Marielle, Jean Yanne, Pierre Mondy en Jean-Paul Belmondo. Maar het was Alain Delon die haar favoriete filmpartner werd. De twee begonnen een langdurige relatie toen ze elkaar ontmoetten op de set van de thriller Jeff (1969). Daarna waren ze samen in hoofdrollen te zien in onder meer de politiefilms Les Seins de glace (1974) en Mort d'un pourri (1977) en het drama L'Homme pressé (1977).
In het begin van de jaren zeventig stond ze op het toppunt van het succes en groeide ze uit tot sekssymbool en glamouricoon. Ze belichaamde, net als Brigitte Bardot, de moderne vrouw van die tijd. Yves Roberts komedies Le Grand Blond avec une chaussure noire (1972) en zijn opvolger Le Retour du grand blond (1974), waarin ze te bewonderen viel in een sexy en erg diep uitgesneden zwarte jurk, droegen bij tot haar erotisch imago.
Latere carrière
In het begin van de jaren tachtig werd haar carrière onderbroken door een openhartoperatie. Vervolgens liep ze een gebroken ruggengraat op in een verkeersongeval. Eveneens in die tijd gingen Delon en zij uiteen na een relatie van vijftien jaar (1968-1983). Na al die tegenslagen besloot ze de wereld van de cinema te laten voor wat ze was. Ze verwezenlijkte enkel nog het drama La Barbare (1989), haar enige langspeelfilm in die periode.
In 1992, 28 jaar na haar laatste rol in een televisiefilm, ging ze weer werken voor de televisie. Na een aantal televisieseries kruiste ze in 2003 weer het pad van Alain Delon in de zesdelige politieserie Frank Riva waarin Delon de titelrol vertolkte. Ze nam ook plaats achter de camera om enkele reportages te maken voor de tijdschriften Envoyé spécial en Des racines et des ailes.
Persoonlijk
Na haar relatie met Delon was ze samen met Pierre Barret, de directeur van het weekblad L'Express en later de president van Europe 1. Barret stierf in 1989. In 1996 ontmoette ze Pascal Desprez, een architect met wie ze later in het huwelijk trad.
Nadat Mireille Darc op 28 september 2016 voor de derde keer een herseninfarct had gekregen, stierf ze exact elf maanden later op 79-jarige leeftijd.[1]
1996 · Le Doute et l'espérance (Des racines et des ailes)
2002 · De l'ombre à la lumière (Des racines et des ailes)
2004 · Jeunesse éternelle (Envoyé spécial)
2005 · Les Liserons d'eau (Envoyé spécial)
Bibliografie
Mireille Darc (in samenwerking met Lionel Duroy): Tant que battra mon cœur, Paris : XO éditions, 2005.
Mireille Darc: Mon père (Entretiens avec ses parents défunts), Paris : Xo éditions, mei 2008. (ze vertelt hier hoe ze de ware identiteit van haar vader ontdekt heeft)