De Mexicaanse grondwet van 1857 is een niet meer in gebruik zijnde grondwet van Mexico. De grondwet werd aangenomen op 5 februari1857 en werd in 1913 buiten werking gesteld. De grondwet van 1857 had een duidelijk liberaal karakter.
De grondwet van 1857 verving de Mexicaanse grondwet van 1824, die al sinds 1853 door dictator Antonio López de Santa Anna buiten werking was gesteld. De liberale leiders van de Revolutie van Ayutla die Santa Anna omver hadden geworpen zagen in dat de grondwet van 1824 niet effectief was, en besloten daarom een nieuwe op te stellen.
De grondwet werd getekend door president Ignacio Comonfort en vicepresident Benito Juárez en dreef de tegenstellingen tussen conservatieven en liberalen hoger op. In november leden de liberalen een verkiezingsnederlaag waarna een politieke crisis ontstond, culminerend in de staatsgreep van Tacubaya, waarbij de conservatieven de macht grepen en Comonfort naar hen overliep. De hieropvolgende hervormingsoorlog duurde drie jaar en eindigde met een liberale overwinning in januari 1861. In de hierna volgende Franse interventie in Mexico kreeg president Juárez verregaande volmachten, zodat pas bij de definitieve liberale overwinning in 1867 de grondwet volledig operationeel werd. In de praktijk werden tijdens het Porfiriaat veel van de vrijheden die grondwettelijk werden vastgelegd met de voeten getreden, en was Mexico tot het uitbreken van de Mexicaanse Revolutie nog slechts in naam een democratie. In 1911 werd dictator Porfirio Díaz verdreven en Francisco I. Madero tot president gekozen. Dit democratisch intermezzo duurde echter maar kort. In februari 1913 pleegde generaal Victoriano Huerta een staatsgreep waarbij hij Madero afzette en vermoordde. Enkele maande na diens machtsovername trok Huerta de grondwet in.