De druif is iets groter en heeft een dunnere schil dan de cabernet sauvignon. De druif heeft van nature weinig zuren. Merlot bevat minder kleurstof en minder tannines dan cabernet sauvignon. De druiven zijn vroeg rijp en worden van alle blauwe druiven als eerste geoogst. Deze snelle rijping van de merlot is ideaal in gebieden met een koeler klimaat. Merlot die heeft kunnen rijpen in eiken vaten kan heel lang bewaard worden.
De Merlot is een internationaal druivenras en is in geur en smaak vooral te herkennen aan rood fruit zoals: kersen, bessen en pruimen. De wijnen van deze druif zijn over het algemeen sappiger en soepeler dan die van de cabernet sauvignon, met minder tannine. Daardoor zijn ze vaak gemakkelijker en jonger te drinken. Het zijn gulle wijnen met veel smaak.
Buiten Frankrijk is Californië een belangrijke producent van merlotwijn. Men kwam er in de jaren zeventig tot de ontdekking dat Merlot niet alleen goed functioneerde in een assemblage naar Frans model, maar ook op zichzelf, als cépage, een prima wijn kan voortbrengen.