Martinus I van Aragón bijgenaamd de Humane, de Oudere en de Bisschoppelijke (Girona, 29 juli 1356 - Barcelona, 31 mei 1410) was van 1396 tot aan zijn dood koning van Aragón, Valencia, Sardinië en Corsica en graaf van Barcelona en van 1409 tot aan zijn dood koning van Sicilië. Hij behoorde tot het huis Barcelona.
Levensloop
Martinus I was de tweede zoon van koning Peter IV van Aragón en diens derde echtgenote Eleonora van Sicilië, dochter van koning Peter II van Sicilië.
Als jongere prins van de Aragonese koninklijke familie kreeg Martinus het hertogdom Montblanc toegewezen. In 1380 benoemde zijn vader hem tot regent van het koninkrijk Sicilië, aangezien koningin Maria van Sicilië nog minderjarig was. Als zoon van Eleonora van Sicilië was hij ook de belangrijkste erfgenaam van het koninkrijk als Maria's familie zou uitsterven.
In 1396 volgde Martinus zijn oudere broer Johan I op als koning van Aragón. Omdat Siciliaanse edelen onrust veroorzaakten, moest Martinus voorlopig in Sicilië blijven. Ondertussen bestuurde zijn echtgenote Maria het koninkrijk Aragón als vertegenwoordiger van Martinus, totdat hij in 1397 arriveerde. Zijn recht op de Aragonese troon werd echter betwist door graaf Matheus van Foix en diens echtgenote Johanna, de dochter van Johan I. Martinus slaagde erin om de invasie van Matheus' troepen af te slaan. Na het kinderloze overlijden van Johanna in 1407 werden haar claims voortgezet door haar zus Yolande, die gehuwd was met koning Lodewijk II van Napels. In 1398 en 1399 lanceerde Martinus kruistochten tegen de Moren in Noord-Afrika.
Vanaf de regering van zijn overgrootvader Jacobus II probeerden de koningen van Aragón Sardinië te onderwerpen en geleidelijk slaagden ze erin het grootste deel van het eiland te veroveren. In de jaren 1380, tijdens de regering van Martinus' vader Peter IV, werd het laatste onafhankelijke vorstendom Arborea echter een bolwerk van rebellie en de Aragonezen werden door Eleanora van Arborea al snel teruggedreven, waardoor ze Sardinië zo goed als volledig verloren. Martinus zond zijn gelijknamige zoon Martinus, die als echtgenoot van Maria van Sicilië inmiddels koning van Sicilië geworden was, naar Sardinië om het eiland te heroveren. In 1409 won Martinus de Jongere de Slag bij Sanluri, verdreef hij de Genuese bondgenoten van de Sardiniërs en onderwierp hij een groot aantal Sardinische edelen. Dit veroorzaakte al snel het einde van de onafhankelijkheid van Arborea. Kort nadien stierf Martinus de Jongere onverwacht aan malaria. Martinus volgde vervolgens zijn zoon op als koning van Sicilië.
Tijdens het bewind van Martinus kende het koninkrijk Aragón in het algemeen een periode van externe vrede. Tegelijkertijd werkte hij aan de onderdrukking van de interne strijd veroorzaakt door edelen, facties en bandieten. In het Westers Schisma steunde hij de pausen die in Avignon resideerden en tijdens zijn bewind was die residentie in handen van tegenpaus Benedictus XIII, die uit Aragón afkomstig was. Toen Benedictus in 1403 door zijn rivalen gevangengenomen werd, leidde Martinus een militaire interventie die de bevrijding van de tegenpaus tot stand bracht, waarna de paus zich op het platteland van Valencia.
In mei 1410 stierf Martinus in het klooster van Valldonzella, in de buurt van Barcelona. Zijn doodsoorzaak is niet duidelijk, men suggereert de pest, vergiftiging, uremisch coma wegens ernstige obesitas of omdat hij zich doodlachte na een grap van zijn nar. Na zijn overlijden werd hij bijgezet in het klooster van Poblet.
Martinus had voor zijn overlijden geen duidelijke erfgenaam aangewezen. Al zijn wettelijke nakomelingen waren reeds overleden en zijn onwettige zoon Frederik kon hem niet opvolgen. Als resultaat kwam er tweejarig interregnum, waarbij vijf pretendenten de troon opeisten, onder andere zijn buitenechtelijke zoon Frederik en zijn neef, graaf Jacobus II van Urgell, na Martinus het belangrijkste agnaat van het huis Barcelona. Uiteindelijk werd de erfopvolging in Aragón in 1412 uitgeklaard met het Compromis van Caspe, waarbij Martinus' neef Ferdinand, zoon van koning Johan I van Castilië, tot de nieuwe koning werd verkozen.
Huwelijken en nakomelingen
Op 13 juni 1373 huwde hij in Barcelona met Maria López de Luna (1358-1406), dochter en erfgename van Lope, graaf van Luna en heer van Segorbe. Ze kregen vier kinderen, van wie er slechts één de kindertijd overleefde:
- Martinus I (1374/1375-1409), koning van Sicilië
- Jacobus (1378)
- Johan (1380)
- Margaretha (1385)
Op 17 september 1409 huwde hij met zijn tweede echtgenote, zijn nicht Margaretha de Prades (1388/1395-1429), dochter van Peter van Aragón, baron van Entenza. Dit huwelijk bleef kinderloos.
Ook had hij twee buitenechtelijke kinderen: een dochter en een zoon genaamd Frederik (1401-1438), die graaf van Luna en admiraal was.
Kwartierstaat (voorouders)
Bronnen, noten en/of referenties