Maria van Gelre, geboren Marie d’Harcourt (La Saussaye, 24 februari1380 - in of na 1428 maar voor 1434) was vanaf 1405 hertogin van Gelre. Maria is vooral bekend door het gebedenboek dat ze heeft laten maken en dat gezien wordt als een van de belangrijkste kunstschatten uit laatmiddeleeuws Gelre.[1][2]
Over haar jeugd is maar weinig bekend. Vanaf ongeveer 1397 verbleef ze aan het hof van hertog Lodewijk I van Orléans als hofdame van zijn echtgenote, Valentina Visconti. In die jaren werd Karel van Orléans geboren, de zoon van Lodewijk I en Valentina Visconti, die vooral bekend is gebleven vanwege de gedichten die hij schreef tijdens zijn krijgsgevangenschap in Londen. Marie d'Harcourt was betrokken bij zijn opvoeding.[noot 2]
Huwelijk
Op 5 mei 1405 trouwde Marie d'Harcourt met Reinoud IV van Gelre, hertog van Gelre en Gulik en graaf van Zutphen.[4] Vanaf dat moment was ze hertogin Maria van Gelre. Het huwelijk werd voltrokken in Crécy. Lodewijk I van Orléans betaalde een zeer forse bruidsschat van 30.000 oude schilden (een gouden Franse munt, ook wel zetelaar genaamd), die bij kinderloosheid terugbetaald moest worden. Het huwelijk diende de politieke banden tussen Frankrijk en het hertogdom Gelre te verstevigen en Maria moest zorgen voor een wettelijke erfgenaam. Reinoud IV had wel kinderen, maar die waren allemaal buitenechtelijk en kwamen dus niet in aanmerking om de dynastie in Gelre voort te zetten.
Dit politieke huwelijksproject mislukte. Reeds in 1407 vielen door de moord op Lodewijk I de wederzijdse politieke belangen weg. Eind 1410 werd duidelijk dat Maria haar man geen kinderen kon schenken waarmee het Gelders-Gulikse huis uit zou sterven.
Op 25 juni 1423 overleed Reinoud plotseling bij Terlet (op de Veluwe), terwijl hij te paard onderweg was van Hattem naar zijn burcht Rosendael. Hiermee was het einde van de dynastie een feit.
Er brak een erfopvolgingsstrijd uit. Maria was niet langer hertogin van Gelre en vertrok naar de gebieden die haar als weduwengoed waren toegewezen. Deze gebieden lagen in het zuidelijke Nederrijngebied, in het hertogdom Gulik.
Ze hertrouwde in 1426 met de twintig jaar jongere Ruprecht (Robrecht) von Jülich-Berg, zoon van Adolf van Gulik-Berg, die met dit huwelijk zijn aanspraken op Gelre probeerde kracht bij te zetten. Voor dit huwelijk was dispensatie van de paus nodig.
Haar exacte sterfdatum is onbekend. De laatst bekende vermelding van Maria dateert uit een brief van 9 oktober 1428. In 1431 werd ze in een zielmis herdacht. Zij moet dus overleden zijn in of na 1428 en voor 1431. Het is onbekend waar ze is begraven, al wordt vaak Nideggen genoemd. Uit een brief uit 1431 blijkt dat ze daar niet begraven kan zijn.[2][noot 3]
Gebedenboek
Maria van Gelre is vooral bekend door het gebedenboek dat ze heeft laten maken rond 1415 en laten aanpassen rond 1423-1426.
Böck, Matthias (2013) Herzöge und Konflikt : das spätmittelalterliche Herzogtum Geldern im Spannungsfeld von Dynastie, ständischen Kräften und territorialer Konkurrenz (1339-1543) (Verlag des Historischen Vereins für Geldern und Umgegend, Geldern), dissertatie
↑ abMaria Harcourt. Radboud Universiteit. Gearchiveerd op 2 september 2016. Geraadpleegd op 30 juli 2012.
↑Jahn, Ralf G. & Winter (2003) 'De genealogie van de graven en hertogen van Gelre' in: Evers, M. e.a.Het hertogdom Gelre. Geschiedenis, kunst en cultuur tussen Maas, Rijn en IJssel, p. 39, (Matrijs Utrecht)
↑Belangrijke informatie over het huwelijk en de afgesloten contracten in: Viersener Urkundenbuch : Quellen und Regesten zur Geschichte von Viersen, Dülken, Süchteln und Boisheim (1080-1500) / Bearb. von Franz Josef Donner, Karl L. Mackes und Arie Nabrings. Viersen: Stadt Viersen, Stadtarchiv 1990.
↑De Gelderlander, 24-11-2018, [1]. Gearchiveerd op 10 december 2019.
↑Hella Haasse schreef een historische roman Het woud der verwachting: het leven van Charles van Orléans wat een beeld geeft van de sfeer van het Franse hof waarin Maria voor haar huwelijk verbleef.
↑Schilfgaarde vermeldt in 1967 dat Maria overleden zou zijn tussen februari en augustus 1433. Zie: Schilfgaarde, A.P. (1967) Zegels en genealogische gegevens van de graven en hertogen van gelre, graven van Zutphen, p. 103, Werken Gelre 33 (Arnhem)