De Maatschappij der Nederlandse Letterkunde (MNL) is een in 1766 opgericht letterkundig-historisch genootschap en is als zodanig een van de oudste verenigingen van Nederland. Zij werd gesticht in Leiden door Frans van Lelyveld en anderen en is daar nog steeds gevestigd. In 1918 werd Johanna W.A. Naber, hoewel ze geen academische graad bezat, als eerste vrouw lid van het dagelijks bestuur van de MNL.[1]
De MNL stelt zich statutair tot doel: de beoefening van de schone letteren en de studie van de Nederlandse taal- en letterkunde, geschied- en oudheidkunde in hun onderlinge samenhang te bevorderen. De activiteiten van de MNL zijn:
het organiseren van letterkundige en wetenschappelijke bijeenkomsten,
het in stand houden van haar bibliotheek. De MNL beschikt over een wetenschappelijke en algemene bibliotheek (met daarin enkele unieke deelcollecties) van meer dan 100.000 gedrukte werken die sinds 1876 in de vorm van een langdurige bruikleen als afzonderlijk en autonoom collectie-onderdeel is gehuisvest in de Leidse universiteitsbibliotheek.
Jaarlijks geeft de MNL een jaarboek uit, dat naast enige wetenschappelijke artikelen zijn belang mede ontleent aan de er in opgenomen 'Levensberichten' van afgestorven leden van de MNL.
De MNL stond in 1999 aan de basis van de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (DBNL), een website over de Nederlandse taal en literatuur. De DBNL bevat literaire teksten, secundaire literatuur en aanvullende informatie als biografieën, portretten en hyperlinks.
De MNL kent diverse afdelingen, commissies en werkgroepen:
Al die onbekende beroemdheden. 250 jaar Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, onder redactie van Ton van Kalmthout, Peter Sigmond, Aleid Truijens, Leiden: Leiden University Press, 2016. ISBN 978 90 8728 258 5