Richard was het derde kind uit een gezin van zestien en deed in zijn jeugd muzikale ervaring op als pianist in de kerk. Na in 1951 op een talentenjacht ontdekt te zijn, maakte hij enige plaatjes, die echter niet aansloegen. Toen in 1955 de rock-'n-roll-rage op gang kwam, brak hij door met nummers als Tutti Frutti, Long Tall Sally, Lucille en Good golly Miss Molly, die allemaal de status van gouden plaat behaalden. Hij drukte een eigen stempel op de rock-'n-roll door zijn opzwepende en elektriserende wijze van zingen. Na zijn successen trok hij zich in 1957 terug, toen hij voor een journalist verklaarde dat rock-'n-roll, met zijn obscene teksten en sterk seksuele lading, tegen Gods wil was en hij een dure ring in de Hunter River bij Sydney wierp. In 1962, toen rock-'n-roll al veel meer geaccepteerd was, maakte hij zijn rentree met een Britse tournee. Hij werd hierbij gesteund door een paar van zijn Britse fans, The Beatles en The Rolling Stones. In de tussentijd had hij een aantal gospelplaten opgenomen. Daarna trad hij nog af en toe op en maakte hij ook nog platen, al stak hij de meeste tijd in zijn loopbaan als predikant. Een moeilijk moment, gezien zijn religieuze achtergrond, was zijn bekentenis dat hij homoseksueel was.
Little Richard speelde na 1980 incidenteel mee met jongere popartiesten, zoals Elvis Costello. Ook rapte hij in het nummer Elvis is Dead van Living Colour en speelde hij incidenteel in films. Recenter toerde hij samen met Chuck Berry door de Verenigde Staten en droeg hij bij aan een tributealbum voor Johnny Cash.
In 1986 speelde QueenTutti Frutti tijdens hun laatste tour met de Magic Tour als eerbetoon, de laatste tour met Freddie Mercury.