Hoeveel weekdieren er in het Nederlandse deel van de Noordzee voorkomen is moeilijk te bepalen omdat ook het hele Nederlandse deel van het continentaal plat moet worden meegerekend, een gebied dat groter is dan heel Nederland zelf. Men neemt aan dat er in dat deel van de Noordzee plus alle zoute kustwateren, thans tussen de 300 en 350 soorten weekdieren leven.
Fossiel voorkomen
Van elke soort wordt tevens een globaal overzicht van het fossiele voorkomen in afzettingen van kwartaire ouderdom gegeven.
Uit België zijn veel minder fossiele mariene mollusken bekend dan uit Nederland. Dit heeft twee oorzaken. Ten eerste is de fossiele mariene fauna van België veel minder bestudeerd dan die van Nederland en bestaan er minder publicaties over en ten tweede ontbreken veel Pleistocene afzettingen in België of zijn kalkloos waardoor kalkige fossielen zoals mollusken ontbreken.
Verklaring van de kolommen
Taxon Soorten en ondersoorten, soms is alleen duidelijk tot welk genus een taxon behoort en wordt de soortnaam aangeduid als: sp.
T (Tertiair) Dit is de periode die volgt op het Krijt, dit komt ongeveer overeen met 65,5 tot 2,588 Ma geleden.
VP (Vroeg Pleistoceen) Dit is de periode die het Pretiglien tot en met het Bavelien omvat, dit komt ongeveer overeen met 2,588 - 0,85 Ma geleden.
MP (Midden Pleistoceen) Dit is de periode die het Cromerien tot en met het Saalien omvat, dit komt ongeveer overeen met 0,85 - 0,128 Ma geleden.
H (Holoceen). Dit is het interglaciaal waarin wij nu leven. Het begon 0,0115 Ma geleden.
Huidige fauna Deze bestrijkt de tijd waaruit waarnemingen van mollusken bekend zijn en in publicaties vastgelegd. Alleen soorten die op of voor de kust levend zijn aangetroffen.
A (Allochtoon) Recente soorten die nooit levend op op voor de kust zijn waargenomen maar alleen van strandvondsten bekend zijn. Meegevoerd met drijvende voorwerpen, etc.
I/G - I de soort is alleen uit interglacialen bekend (gematigd warm klimaat), Gglaciale soort (koel tot koud klimaat); Er zijn ook soorten die zowel in koude als in warme perioden voorkwamen: dit is aangegeven met IG.
Niet inheems. Hier zijn dit alle soorten die onder invloed van activiteiten van de mens, of door direct ingrijpen (bewust of onbewust) ooit in Nederland en/of België terecht zijn gekomen. Dit hoeven niet alleen soorten van andere continenten te zijn, er vallen ook soorten onder die bijvoorbeeld uit het Mediterrane gebied in Europa hier terecht zijn gekomen. Deze soorten ontberen aanwezigheid in afzettingen die ouder zijn dan de aankomst van de (huidige) mens in Nederland en/of België (zowel tijdens het Holoceen als tijdens voorafgaande interglacialen).
Lokaal uitgestorven In Nederland en/of België uitgestorven, elders voortlevend. Het gaat hier uitsluitend om fossiele voorkomens. Zie ook de kolom 'Lokaal verdwenen'.
Volledig uitgestorven Soorten die alleen als fossiel bekend zijn en thans dus nergens meer voorkomen.
Lokaal verdwenen Dit zijn soorten die tijdens de periode waaruit (gepubliceerde) waarnemingen bestaan ergens in Nederland en/of België bleken te leven, maar later (meestal door het verdwijnen van hun leefomgeving) verdwenen zijn. Hoewel daarvoor vaak de term 'uitgestorven' wordt gebruikt, zijn deze soorten zeker niet uitgestorven want ze leven elders voort. Ook is de term plaatselijk uitgestorven wel in gebruik. Deze term is echter gereserveerd voor fossielen. Als blijkt dat een soort hier tijdens één of meer interglacialen aanwezig was om daarna hier niet meer terug te keren terwijl ze wel elders voortleven dan mogen we over 'plaatselijk uitgestorven' spreken. Een periode van waarneming van slechts 200 jaar of misschien zelfs nog minder, en een afwezigheid daarna van misschien 20 jaar is te weinig bewijs voor het plaatselijk uitgestorven zijn van een soort.
Gebruikte termen en afkortingen in de tabel
In de eerste kolom (onder: 'Taxon'):
sp. indet. = ondetermineerbaar tot op soortniveau
sp. = duidelijk een 'goede' soort, maar onduidelijk welke, uiteindelijk wel determineerbaar bij toegenomen kennis.
sp. nov. = species novum. Het betreffende taxon behoort niet tot een bekende soort maar heeft nog geen naam gekregen.
Er bestaat geen overzichtswerk van de mariene mollusken waarin alle recente én fossiele soorten van België en Nederland behandeld worden. De lijst is gebaseerd op gegevens uit de volgende literatuur:
(nl) Backeljau, T., 1986. Lijst van de recente mariene mollusken van België. Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen: Brussel, België. 106 pp.
(en) Beets, D.J., Meijer, T., Beets, C.J., Cleveringa, P., Laban, C., Spek, A.J.F. van der, 2005. Evidence for a Middle Pleistocene glaciation of MIS 8 age in the southern North Sea. Quaternary International, 133-134: 7-19.
(en) Benthem Jutting, W.S.S. van, 1942. On the fossil occurrence of Mya arenaria L. in the Netherlands. Basteria 7: 1-10.
(nl) Boer T. W. de & Bruyne, R.H. de, 1991. Schelpen van de Friese Waddeneilanden (1e druk). Fryske Akademy & Backhuys publ. ISBN 90-73348-21-8 292 pp. (2e druk: 300 pp.).
(nl) Bruyne, R.H. de, Bank, R.A., Adema, J.P.H.M. & Perk, F.A., 1994. Nederlandse naamlijst van de weekdieren (Mollusca) van Nederland en België. Feestuitgave ter gelegenheid van het zestigjarig jubileum van de Nederlandse Malacologische Vereniging. Backhuys, Leiden. 149 pp. ISBN 90-733-48-33-1.
(nl) Bruyne, R.H. de & Boer, Th.W. de, 2008. Schelpen van de Waddeneilanden. Gids van de schelpen en weekdieren van Texel, Vlieland, terschelling, Ameland en Schiermonnikoog. Fontaine Uitgevers. 359 pp., ISBN 978-90-5956-2554.
(en) Cleveringa, P., Meijer, T., van Leeuwen, R.J.W., de Wolf, H., Pouwer, R., Lissenberg T. and Burger, A.W., 2000. The Eemian stratotype locality at Amersfoort in the central Netherlands: a re-evaluation of old and new data.Geologie and Mijnbouw / Netherlands Journal of Geosciences, 79: 197-216.
(en) Denys, L., Sebbe, L., Sliggers, B.C., Spaink, G., Strijdonck, M. van & Verbruggen, C., 1983. Litho- and biostratigraphical study of Quaternary deep marine deposits of the Western Belgian coastal plain. Mollusc investigation. Bulletin van de Belgische Vereniging voor Geologie, 92(2): 140-145.
(en) Gibbard, P.L., West, R.G., Zagwijn, W.H., Balson, P.S., Burger, A.W., Funnell, B.M., Jeffery, D.H., De Jong, J., van Kolfschoten, T., Lister, A.M., Meijer, T., Norton, P.E.P., Preece, R.C., Rose, J., Stuart, A.J., Whiteman, C.A., Zalasiewicz, J.A., 1991. Early and Early Middle Pleistocene correlations in the southern North Sea Basin. Quaternary Science Reviews 10: 23-52.
(nl) Goud, J., 2002. De Tere hartschelp, Acanthocardia paucicostata (Sowerby) (Bivalvia, Heterodonta, Cardiidae) nu in de Grevelingen gevestigd? Basteria, 66: 106, ISSN0005-6219.
(en) Heering, J., 1950. Pelecypoda (and Scaphopoda) of the Pliocene and older-Plistocene deposits of the Netherlands. Mededelingen Geologische Stichting, C-IV-1, no 9., pp. 1-225.
(nl) Janssen, A.W., 1965. Mollusca uit de Pleistocene ontsluiting te Zelzate. Mededelingen Werkgroep voor Tertiaire en Kwartaire Geologie, 2(2): 24-37.
(nl) Janssen, A.W., 1975. Systematische lijst van Nederlandse recente en fossiele mollusken. Mededelingen van de Werkgroep voor Tertiaire en Kwartaire Geologie, 12(4): 115-170.
(en) Janssen, A.W., Dijkstra, H.H., 1996. Palliolum tigerinum (Müller, 1776) versus P. gerardi (Nyst, 1835): a final reacrion (Bivalvia: Pectinidae). Basteria, 60: 83-84.
(nl) Janssen, A.W., Peeters, G.A. & Slik, L. van der, 1984. De fossiele schelpen van de Nederlandse stranden en zeegaten, tweede serie, 8 (slot). Basteria, 48: 89-220.
(nl) Janssen, A.W. & L. van der Slik, 1974. De fossiele schelpen van de Nederlandse stranden en zeegaten, tweede serie, 6. Basteria, 38(3/4): 45-81.
(nl) Janssen, A.W. & L. van der Slik, 1978. De fossiele schelpen van de Nederlandse stranden en zeegaten, tweede serie, 7. Basteria, 42: 49-72.
(en) Leeuwen, R.J. van, Beets, D., Bosch, J.H.A., Burger, A.W., Cleveringa, P., van Harten, D., Herngreen, G.F.W., Langereis, C.G., Meijer, T., Pouwer, R., de Wolf, H., 2000. Stratigraphy and integrated facies analysis of the Saalian and Eemian sediments in the Amsterdam-Terminal borehole, the Netherlands.Geologie en Mijnbouw / Netherlands Journal of Geosciences, 79: 161-196.
(fr) Lorié, J., 1885. Contributions a la géologie des Pays Bas I. Résultats géologiques et paléontologiques des forages de puits à Utrecht, Goes et Gorkum Archives Teyler, Ser. II, Vol. II: 109-240, pl. III/VII.
(fr) Lorié, J., 1887. Contributions a la géologie des Pays Bas III. Le Diluvium plus récent ou sableux et le système Eémien. Archives Teyler, Ser. II, Vol. III: 104-160.
(fr) Lorié, J., 1889. Contributions a la géologie des Pays Bas IV. Les deux derniers forages d'Amsterdam Archives Teyler, Ser. 2, Vol. III: 409-449.
(nl) Lorié, J., 1913. Beschrijving van eenige nieuwe grondboringen, VIII. Mededeelingen omtrent de geologie van Nederland, verzameld door de commissie voor het geologisch onderzoek, no. 38. Verhandelingen der Koninklijke Akademie van Wetenschappen te Amsterdam, 17: 3-65.
(en) Marquet, R.T.C., 1997. Pliocene gastropod faunas from Kallo (Oost-Vlaanderen, Belgium) - Part 3. Caeno-gastropoda: Aporrhaidae to Muricidae and Part 4. Buccinidae to Helicidae. Contributions to Tertiary and Quaternary Geology, 34(3-4): 69-149, 2 tabs, 12 pls.
(nl) Meijer, T., 1975. De Molluskenfauna van enkele Jong-Holocene afzettingen in de IJ-polders bij Amsterdam. Mededelingen Werkgroep voor Tertiaire en Kwartaire Geologie, 12(3): 93-107.
(nl) Meijer, T., 1984. Holocene molluskenfauna's uit de Stevenshofjes Polder in Leiden. Bodemonderzoek in Leiden 1983: 134-151.
(nl) Meijer, T., 1987. De molluskenfauna van het Waalien in Nederland. Correspondentie Blad van de Nederlandse Malacologische Vereniging, 236: 276-279 and 237: 288-297.
(en) Meijer, T., 1988. Mollusca from the borehole Zuurland-2 at Brielle, the Netherlands (an interim report). Mededelingen van de Werkgroep voor Tertiaire en Kwartaire Geologie 25: 49-60.
(en) Meijer, T., 1993. Stratigraphical notes on Macoma (Bivalvia) in the southern part of the North Sea Basin and some remarks on the arrival of Pacific species. Scripta Geologica Special Issue 2, 297-312.
(en) Meijer, T., Preece, R.C., 1995. Malacological evidence relating to the insularity of the British Isles during the Quaternary. In Island Britain: a Quaternary perspective. Preece, R.C. (ed.) Geological Society Special Publication No. 96: 89-110.
(en) Meijer, T., Preece, R.C., 1996. Malacological evidence relating to the stratigraphical position of the Cromerian. In: The early middle Pleistocene in Europe. Turner, C. (ed.). Balkema (Rotterdam/Brookfield), 53-82.
(nl) Moerdijk, P.W., Rijken, R., 2002. Fossiele Noordhorens van de Steenbanken, Westerschelde en Roompot/Onrust. Voluta, 8(2): 5-12.
(nl) Moerdijk, P.W., Poorten, J.J. ter, 2006. Acanthocardia sliggersi spec. nov. (Bivalvia, Cardiidae) from the Late Pliocene and Early Pleistocene of The Netherlands. Basteria, 70(1-3): 89-96.
(nl) Moerdijk, P.W., Janssen, A.W., Wesselingh, F.P., Peeters, G.A., Pouwer, R., Van Nieulande, F.A.D., Janse, A.C., Van Der Slik, L. (†), Meijer, T., Rijken, R., Cadée, G.C., Hoeksema, D., Doeksen, G., Bastemeijer, A., Strack, H., Vervoenen, M., Ter Poorten, J.J., 2010. De Fossiele Schelpen van de Nederlandse kust. -- In: Geologie van Nederland, NCB NATURALIS, Leiden, 320 pp.; ISBN 978-90-5011-342-7.
(fr) Muller, Y. (2004). Faune et flore du littoral du Nord, du Pas-de-Calais et de la Belgique: inventaire. Coastal fauna and flora of the Nord, Pas-de-Calais and Belgium: inventory. Commission Régionale de Biologie Région Nord Pas-de-Calais: France. 307 pp. available online at [1].
(en) Paepe, R., 1965. On the presence of "Tapes senescens" in some borings of the coastal plain and the Flemish Valley of Belgium. Bulletin de la Societé belge de Géologie de Paléontologie et d'Hydrologie, LXXIV(2): 1-5.
(nl) Regteren Altena, C.O. van, 1937. Bijdrage tot de kennis der subfossiele en recente Mollusken, die op de Nederlandsche stranden aanspoelen, en hunner verspreiding. Nieuwe Verhandelingen van het Bataafs Genootschap voor Proefondervindelijke Wijsbegeerte, 2e Reeks, 10 (3): 1-184.
(nl) Severijns, N., 2010. Schelpen aan de Belgische kust, Gloria Maris, Vol. 47 (5-6)
(nl) Spaink, G., 1958b. De Nederlandse Eemlagen, I: Algemeen Overzicht. Wetenschappelijke Mededelingen K.N.N.V., 29: 44 p.
(en) Spaink, G., 1965a. Divaricella juttingae nov. spec. from the older Pleistocene of Western Europe. Basteria, 29(1/4): 55-60.
(nl) Spaink, G., 1973. Boringen ten behoeve van toekomstige zandopspuitingen. De Kreukel, 9 (1): 3-10.
(nl) Spaink, G., 1975. Zonering van het mariene Onder-Pleistoceen en Plioceen op grond van mollusken-fauna's. Toelichting bij Geologische Overzichtskaarten van Nederland: 118-122 (Rijks Geologische Dienst, Haarlem).
(nl) Tavernier, R. & de Heinzelin, J., 1962. De Cardium-lagen van West-Vlaanderen. Natuurwetenschappelijk Tijdschrift (Gent), 44: 49-58.
(de) Tesch, P., 1912. Beiträge zur Kenntnis der marinen Mollusken im west-Europäischen Pliocänbecken. Mededeelingen van de Rijksopsporing van Delfstoffen, 4: 1-96.
(nl) Tesch, P., 1939. De mariene inschakeling in de "Hoogterrasafzettingen" in het Westen en Noorden van Nederland. Geologie en Mijnbouw, 1(1): 9-13.
(nl) Tesch, P., 1942. De Noordzee van historisch-geologisch standpunt. Mededelingen Rijks Geologische Dienst, A.9: 1-23.
(en) Vervoenen, M., Wesselingh, F.P., Nieulande, F.A.D. van, 2000. Mytilus antiquorum J. Sowerby, 1821 and other pliocene mussels (Mollusca, Bivalvia) from the southern North Sea Basin. Contributions to Tertiary and Quaternary Geology, 37(3-4): 73-81, Leiden.
(nl) Vlerk, I.M. van der & Florschütz, F., 1950. Nederland in het IJstijdvak. Utrecht. 289 pp.
(nl) Vandepitte L., Decock W. (eds) & VLIZ Belgian Marine Species Consortium (2010). Belgian Register of Marine Species. Online available at http://www.marinespecies.org/berms.