Ian Fraser (Lemmy) Kilmister (Burslem (Staffordshire), 24 december1945 – Los Angeles, 28 december2015) was een Brits rockzanger en -bassist. Hij was vooral bekend als oprichter en frontman van de heavymetalband Motörhead. Door zijn opvallende uiterlijk met wratten op zijn gezicht, in elkaar overlopende snor en bakkebaarden, zijn drankgebruik (van vooral Jack Daniel's), gebruik van speed, lang haar en rauwe stem was hij een cultheld, ook bekend buiten de rockscene. Hij stond ook bekend om zijn humor.
Jeugd
Kilmister groeide op op het Welshe eiland Anglesey. Zijn vader, een aalmoezenier bij de R.A.F., verliet het gezin toen Kilmister drie maanden oud was.
Carrière
In zijn jonge jaren was Kilmister onder andere roadie voor Jimi Hendrix. Daarna begon hij zelf in bands te spelen. Na verscheidene kleine bands in de jaren 60 (o.a. The Rockin' Vickers en Sam Gopal), begon Kilmister in 1971 bij de rockband Hawkwind. Na problemen over drugsgebruik (hij gebruikte amfetamine, terwijl de rest van de band lsd gebruikte) verliet hij Hawkwind in 1975, om vervolgens de band Motörhead op te richten. Na enkele bezettingswisselingen door de jaren heen was Kilmister als enige uit de oorspronkelijke bezetting overgebleven. De line-up, bestaande uit Kilmister, Phil Campbell (gitarist) en Mikkey Dee (drummer), bleef vanaf 1992 ongewijzigd.
Naast zijn activiteiten met Motörhead heeft Kilmister ook samengewerkt met verschillende andere artiesten. Een voorbeeld hiervan is zijn gastoptreden in het muziekproject Probot van Foo Fighters-zanger/gitarist Dave Grohl en zijn bijdrage aan het album Slash (2010) van Slash. Ook deed hij mee in enkele reclamespotjes. Sinds 2000 was Kilmister ook actief als zanger/gitarist samen met ex-Stray Cats-drummer Slim Jim Phantom en gitarist Danny B. Harvey onder de naam The Head Cat.
Hij beweerde zelf ooit twee weken aan een stuk wakker te zijn gebleven onder invloed van vloeibare methamfetamine.[1]
In 2002 bracht Kilmister zijn autobiografie uit getiteld White Line Fever. Begin 2011 kwam een film over zijn levensstijl uit met de titel Lemmy: 49% motherf**ker, 51% son of a bitch.
In februari en maart 2011 publiceerde de Nederlandse schrijver Anton Dautzenberg drie fictieve interviews met Kilmister waarin Kilmister werd neergezet als een financieel specialist, wat een hoax betrof die vervolgens een eigen leven ging leiden.
In het voorjaar van 2013 kreeg Kilmister gezondheidsproblemen door zijn drankgebruik en het gebruik van andere middelen. Doordat hij rust moest nemen, zegde Motörhead in 2013 al diverse optredens af. Kilmister had sinds medio 2013 een defibrillator in zijn lichaam.[2]
Overlijden
Op tweede kerstdag 2015, twee dagen na zijn zeventigste verjaardag, kreeg Kilmister te horen dat hij aan een agressieve vorm van kanker leed. Twee dagen later overleed hij aan prostaatkanker.[3][4]
2002 · White Line Fever - Auteurs: Lemmy Kilmister en Janiss Garza, uitgegeven door Simon & Schuster, ISBN 0-684-85868-1
2002 · Lemmy: In His Own Words - Auteur: Harry Shaw, uitgegeven door Omnibus Press, ISBN 0-7119-9109-X
2004 · La fièvre de la ligne blanche - Auteurs: Lemmy Kilmister en Janiss Garza, uitgegeven door Camion Blanc, ISBN 2-910196-34-8 (Franse vertaling van White Line Fever)
Documentaire over Lemmy, uitgezonden door het Britse Channel 4.
Muzikale ode
Op het album Hardwired... to Self-Destruct van Metallica staat het nummer Murder One. Dit nummer en de bijbehorende clip vormen een ode aan Kilmister.
Gastoptreden
In 2007 heeft Kilmister het intro ingesproken voor het nummer My Funeral van de Nederlandse band Heideroosjes. De producer van het album kende Kilmister en heeft hem gevraagd het intro in te spreken. Omdat Kilmister niet op tijd bij de studio kon zijn, heeft hij dit volledig over de telefoon gedaan.