Menager kreeg zijn eerste muziekles van zijn vader, die hem het bespelen van de dwarsfluit leerde. Van 1847 tot 1854 kreeg hij les voor viool, piano, cello en harmonie bij een mhr. Rusche, muziekofficier bij een Pruisisch militair muziekkorps. Al in deze periode werd hij dirigent van een zangvereniging. Van 1855-1856 en van 1859 tot 1860 studeerde hij aan de Hochschule für Musik und Tanz in Keulen, toen nog "Conservatorium der Musik in Coeln" geheten, bij Ferdinand von Hiller. In 1860 behaalde hij zijn diploma met het Strijkkwartet nr. 1 in A majeur. Vanaf 1856 werkt hij als assistent van Hiller en gaaf cursussen aan de muziekschool van de stad Luxemburg. Van 1861 tot aan zijn dood werkt hij eveneens als organist aan de Parochiekerk van de wijk Pfaffenthal binnen de stad Luxemburg. Van 1881 tot 1884 is hij als muziekpedagoog aan een de "lerarennormaalschool", de huidige universiteit van Luxemburg, bezig. In 1889 werd hij muziekdocent aan het Athénée de Luxembourg.
Hij behoorde samen met de leraar Adam Ecker tot de medeoprichters van het mannenkoor Sang a Klang in Pfaffenthal, wiens dirigent hij lange jaren was. In 1863 richtte hij samen met Jean-Antoine Zinnen en anderen de Algemene Luxemburgse muziekvereniging, de voorgangerinstitutie van de huidige federatie Union Grand-Duc Adolphe (UGDA) op. Hij was leider van de filharmonie.
Als componist schreef hij rond 230 werken, waaronder 12 missen en andere kerkmuziek, 71 geestelijke vocale werken, 76 wereldlijke vocale werken (meestal mannenkoren en liederen met pianobegeleiding), 12 werken voor orkest, 21 werken voor harmonieorkest, 7 kamermuziekwerken en 15 andere werken zoals operettes. In necrologieën na zijn dood werd hij in vele kranten en dagbladen als Nationalcomponist betekend.
Ook zijn zoon Max Menager is een componist en organist.
Composities
Werken voor orkest
Am Gärtchen
Beim Scheden
Carnavalsgalopp
De Lëtzebuerger Greechen
Divertissement
Eine Maiennacht, voor solisten, mannenkoor en orkest
Die Hymne: Wilhelmus von Nassauen, in: Hémecht, 1898, pp. 464-469
Über die bei der Echternacher Springprozession ausgeführte Melodie, in: Hémecht, 1901, pp. 240-243.
Bibliografie
Fernand Théato: Dem Laurent Menager säi Wierck kritt eng Nationaleditioun - Virstelling den 19. November an der Pafendaller Kierch, in: Revue Musicale de l'UGDA no. 4 - octobre 2011.
Alain Nitschké, Damien Sagrillo: Laurent Menager : (1835 - 1902) ; systematisches und kommentiertes Werkverzeichnis, Margraf, Weikersheim, 2011, ISBN 978-3-8236-1611-5
Damien Sagrillo: Luxemburgische Märsche von Laurent Menager, in: IGEB Mitteilungsblatt Jahrgang 2011. 1 (April) der Internationalen Gesellschaft zur Erforschung und Förderung der Blasmusik.
Damien Sagrillo: Neue Blasmusikhandschriften des Luxembourgischen "National"-Komponisten Laurent Menager (1835-1902), in: IGEB Mitteilungsblatt Jahrgang 2009. 2-3 (Oktober), 19. Internationale Konferenz 2010 der Internationalen Gesellschaft zur Erforschung und Förderung der Blasmusik.
François Biltgen: Laurent Menager - Né et mort au Pfaffenthal, in: Lëtzebuerger Zäitschrëft fir Kultur Joer 23 (2002), n° 4, S. 7-30, ill.
François Biltgen: Laurent Menager: Nationalkomponist - Eine Laurent Menager Biografie