De Konso of Konzo zijn een etnische groep in Zuid-Centraal-Ethiopië en Kenia.
De Ethiopische volkstelling van 2007 kwam op 250.430 Konso. Een klein deel van de Konso, ruim 10.000 mensen, woont in grotere steden.[1]
De meeste Konso zijn boeren, die op de berghellingen terrasbouw en irrigatie bedrijven en sorgo, maïs, katoen en koffie verbouwen.[2] Ze telen runderen, schapen en geiten voor melk en vlees en gebruiken hun mest om het land vruchtbaar te maken.
De Konso zijn zowel lichamelijk als cultureel een gemengd volk met invloeden van de omliggende gebieden. Onderzoek op autosoomDNA wijst op Aziatische en Afrikaanse afkomst en banden met de naburige Nilo-Saharaanse en Bantoetalen sprekende volken van het Grote Merengebied.[3]
Uiterlijk
De Konso zijn over het algemeen klein en mager met hoge jukbeenderen en puntige kinnen. Hun huid gaat van roodbruin tot zwart, maar is meestal donkerbruin. Sommigen lijken meer op de Oromo met dunne lippen en een grotere gestalte. Andere - vooral vrouwen - zijn kleiner en meer negroïde, mogelijk als afstammelingen van de pre-Niloten, landbouwers die zich 5000 jaar geleden op het Ethiopisch Hoogland vestigden.
De Konso snijden houten beeldjes (waga's) ter nagedachtenis aan doden. Ze stellen de waga's op in groepjes, die de man, zijn vrouwen en zijn vijanden uitbeelden.