Het kerkelijk of liturgisch jaar van de katholieke kerken is een periode die niet gelijk loopt met het kalenderjaar. Dit jaar wordt ingedeeld in twee kringen rond de grote feestdagen van Kerstmis en Pasen. Het kerkelijk jaar start met de kerstkring. Deze vangt aan met de eerste zondag van de advent (eigenlijk met het avondgebed voorafgaand aan deze zondag) en gaat over naar Kerstmis tot aan de vierde zondag na Epifanie (Driekoningen). Daarna start de paaskring die, naargelang de gebruikte liturgische kalender, aanvangt met septuagesima (de negende zondag voor Pasen) of Aswoensdag. De paaskring eindigt 49 dagen na Pasen met Pinksteren. De zondag daarop volgt Trinitatis (Drievuldigheidsfeest) met daarna de 27 zondagen na Trinitatis. Deze periode wordt ook nog onderverdeeld in de zomerkring (Trinitatis en 12 zondagen erna) en de herfstkring (van de 13e tot en met de 27e en laatste zondag na Trinitatis). Daarmee is de kring van het kerkelijk jaar gesloten.
De kerstkring is de eerste periode van het kerkelijk jaar. Deze gaat van de eerste zondag van de Advent tot aan het feest van het doopsel van Jezus.
De advent
De advent begint op de eerste zondag (Levavi) na 26 november. Dit is ook de zondag die het dichtst bij het feest van de Heilige Andreas (30 november) valt. Deze zondag valt in de periode van 27 november tot en met 3 december.
Van 17 december tot 24 december wordt de jaarlijkse kerstnoveen gehouden. Er worden in die dagen geen heiligen herdacht en het dragen van gewaden in de paarse kleur is verplicht voorgeschreven.
Doopsel van Jezus (1e zondag na 6 januari). Als de Openbaring des Heren valt op 7 of 8 januari wordt het Doopsel van Jezus gevierd op de maandag 8 of 9 januari.
In die periode kan het feest van Maria Lichtmis op een zondag vallen. Dan heeft dit feest voorrang op de gewone zondagsliturgie. Het feest sluit de vele kerstfeesten af maar is al een verwijzing naar Pasen.
Deze periode start op Aswoensdag, eindigt met het Alleluia in de paasnacht en staat voor de vastentijd.
De vroegere benaming van de 5de zondag was Passiezondag. De zesde zondag in de Veertigdagentijd heet nu Palmzondag-Passie van de Heer, en luidt tevens de Goede Week in.
Tijdens het kerkelijk jaar worden verschillende liturgische kleuren gebruikt. Iedere kleur, o.a. voor het kazuifel (zie aldaar) heeft zijn eigen periode in het kerkelijk jaar en zijn eigen betekenis.
Roze
Roze betekent vreugde voor het komende kerstfeest en paasfeest.
Periode: Het wordt gedragen in de advent de tijd vóór Kerstmis en de Veertigdagentijd de tijd vóór Pasen en bij de diensten van de uitvaart en op Allerzielen. Alleen bij de uitvaart van kinderen die hun zevende levensjaar nog niet bereikt hebben ('engelenmis'), wordt een wit kazuifel gebruikt. Men draagt ook een paars kazuifel bij de Kruisdagen (de drie dagen vóór OLH Hemelvaart) en de Quatertemperdagen.
Wit
Wit staat voor zuiverheid en geluk.
Periode: Wit is de kleur die men draagt op de dagen van de kersttijd (vanaf het hoogfeest van Kerstmis, 25 december, tot en met het feest van het Doopsel van de Heer, de zondag na 6 januari). Het wordt gedragen in de gehele paastijd, op Hemelvaartsdag, en op de feesten van de Heer die niet in verband staan met Zijn lijden. Verder ook op de feesten van Maria, op het hoogfeest van de geboorte van de heilige Johannes de Doper (24 juni), evenals op de feestdag van de heiligen die geen martelaar zijn, zoals op 27 december, de feestdag van de heilige Johannes, apostel en evangelist en op Trinitatis (de zondag na Pinksteren). Het wordt ook gedragen bij de uitvaart van kleine kinderen.
Groen
Symbool voor verwachting en hoop.
Periode: Het wordt gedragen in de kleine en de grote groene tijd door het jaar, op de zondagen en weekdagen buiten de kerst- en paastijd, advent en veertigdagentijd waar geen verplichte gedachtenis van een heilige of feest wordt gevierd.
Rood
Symbool van de liefde en van de Heilige Geest.
Periode: Pinksteren, in vieringen van de apostelen en evangelisten en martelaren.
Bij de begrafenis van de paus of van kardinalen wordt ook rood gedragen.
Rang van de dagen in het liturgisch jaar
Eerste rang
Dagen van het Paastriduüm, het lijden, sterven en verrijzen van de Heer. Het Paastriduüm begint op de avond van Witte Donderdag en gaat door tot en met de avond van Paaszondag.
↑ abDe reden waarom de dagen in het Kerstoctaaf lager staan dan de dagen van het Paasoctaaf, is dat er op bepaalde dagen na Kerstmis feesten worden gevierd die anders lager in rang zouden staan en dus niet gevierd konden worden. En omdat de 8 dagen voor Kerstmis dezelfde rang moeten hebben, staan deze ook lager.
De zondagen in de kersttijd staan zo laag, omdat bijvoorbeeld de zondag in het kerstoctaaf een feest van de Heilige Familie is en bijvoorbeeld 1 januari op een zondag kan vallen. Deze dagen zouden dan niet gevierd kunnen worden.