Hij was afkomstig uit een verarmd gezin uit de middenklasse, dat zijn zuster uit geldnood verkocht als leerling-geisha. Nadat hij de school vroegtijdig had beëindigd, volgde hij een opleiding op de kunstschool en begon in 1922 als assistent-regisseur in de Nikkatsu filmstudio. Al in 1923 bracht hij het in de snel groeiende filmindustrie tot regisseur, waar hij zijn belangstelling voor Westerse film en kunst kon uitleven. Zo stond hij niet alleen onder invloed van de klassieke Japanse prentkunst, maar ook van het Duits expressionisme en van Josef von Sternberg.
Tijdens zijn lange carrière als filmregisseur beoefende hij vooral de klassieke Japanse filmgenres van de historische en de eigentijdse zedenfilm.
In zijn films staat vaak het lot van de vrouw centraal in een streng hiërarchisch geordende Japanse maatschappij waar een mannenmoraal overheerst. Hij gebruikte vaak sociaalkritische thema's als uitgangspunt en gaf meestal blijk van een fatalistische levenshouding, die hij evenwel oversteeg door een metafysische, onthechte kijk op de wereld, die in schoonheid zijn verlossing vindt en boeddhistisch van inspiratie is.
Opmerkelijk is zijn stilistische perfectie door het gebruik van lange, afstandelijke camera-instellingen en een geraffineerde mise-en-scène (beeldregie). Hij werkte vaak samen met dezelfde medewerkers en acteurs, onder wie de actrice Kinuyo Tanaka, die de belangrijkste vertolkster van de vrouwenrollen in zijn films werd.