Kathleen Battle was de jongste van zeven kinderen en kwam via haar moeder in aanraking met de Afro-Amerikaansegospelmuziek van de kerk waarin zij actief was. Battle studeerde aan het Cincinnati College-Conservatory of Music in Cincinnati (Ohio) en werkte daarna als muzieklerares op een school. Onder leiding van dirigent Thomas Schippers, die tijdens een auditie een optreden voor haar regelde, maakte zij op 9 juli 1972 haar professionele debuut op het muziekfestival in Spoleto (Italië) met Brahms' Ein deutsches Requiem. Drie jaar later beleefde zij haar operadebuut als Rosina in Rossini's Il barbiere di Siviglia. Battle ontwikkelde zich in de jaren tachtig en begin jaren negentig verder tot lyrisch en coloratuursopraan.