Joris van der Haagen groeide op in Arnhem. Na de dood van zijn vader, schilder Abraham van der Haagen, verhuisde hij in 1639 naar Den Haag, waar hij zich in 1643 bij het Haagse schildersgilde voegde en daar verschillende hoge posities bekleedde. Een jaar later werd hij ereburger van de stad Den Haag. Hij verliet het gilde en richtte in 1656 met een collega het kunstenaarsgilde Confrerie Pictura op.