De onderzeeboot had als embleem op beide zijden van de commandotoren de "Edelweiss" als "geluksbrenger". Het embleem was geïnspireerd door het verlies met de U-64 in april 1940, als de U-boot een groot aantal van dezelfde bemanning, met inbegrip van de commandant, beschermden, in de wateren van Noorwegen, door herinneringen aan Duitse bergtroepen, Bergjägers, die hetzelfde bloem-embleem hadden op hun gevechtskledij.
Persoonlijke informatie
Johann "Jochen“ Mohr was een van een handvol U-bootcommandanten die hun volledige U-bootcarrière op één enkele U-boot hadden besteed. Hij voltooide zijn eerste drie patrouilles onder het bevel van Kapitänleutnant Georg-Wilhelm Schulz.
Johann Mohr bereikte grote successen tegen vijandelijke oorlogsschepen. Op zijn eerste patrouille als bevelhebber, in november 1941, torpedeerde hij de Britse lichte kruiserHMS Dunedin en in 1942 trof hij het FransekorvetMimosa. Mohrs succesvolste patrouille was zijn derde missie naar de Amerikaanse wateren, na zijn vertrek op 21 februari 1942 en zijn aankomst terug in Lorient op 10 april 1942. In de uitgestoken periscooptop wapperden 10 witte lange driehoeksvlaggen, als zegetekens dat hij 10 schepen op die patrouillemissie had gekelderd. AdmiraalDönitz kwam bijna altijd "zijn" U-boothelden verwelkomen aan de aanlegkade of in de sluis, vooraleer ze naar de U-bootbunkers werden binnengeloodst. Voor hen had hij altijd het grootste respect, in tegenstelling tot veldmaarschalkGöring, die hem gans de oorlog dwars lag en hem bijna geen medewerking verleende, wegens het niet toekennen van verkenningsvliegtuigpatrouilles, en ze te laten uitvoeren, ten gunste voor het U-bootwapen.
Op 17 juni1942 rapporteerde korvettenkapitein Jochen Mohr dat in de loop van zijn aanval op konvooiQNS-100 tot zeven keer toe eensklaps torpedobootjagers vanachter de horizon verschenen waren om recht op hem af te stevenen. Ook oppervlakteschepen hadden blijk gegeven van een bijna griezelige nauwkeurigheid bij hun aanvallen. Admiraal Dönitz kreeg de indruk dat de Britten een nieuw, bijzonder efficiënt instrument hadden uitgevonden om een vijandelijk doel aan de oppervlakte te lokaliseren. Het was de Duitse admiraliteit niet bekend dat de Britten een anderhalvemeter radarinstallatie hadden gebouwd, klein genoeg om door een vliegtuig meegenomen te kunnen worden. Het enige nadeel van die apparatuur was dat ze van heel dichtbij niet meer functioneerde. Maar daar hadden de Britten ook iets op gevonden; Squadron Leader Humphry de Verde Leigh vond een buitengewoon sterk zoeklicht uit dat in een vliegtuig gemonteerd kon worden. Het zogenaamde Leigh Light dat, in combinatie met de radar, tegen de U-boten zo effectief bleek te zijn in de nabije toekomst.
Van 21 tot 24 februari1943 werd konvooi ON-166 in die periode aangevallen door de U-boot-Wolfpack. In vier dagen tijd werden 14 koopvaardijschepen, met een totale tonnage van 85.000 ton scheepsruimte, tot zinken gebracht.
Daarna werd konvooi ON-167 aangepakt, verkend en aangevallen. In de wateren rondom Trinidad bracht Jochen Mohr persoonlijk, met zijn "Edelweiss"-boot, 4 cargoschepen met een totaal van 23.000 ton tot zinken, die bij konvooi ON-167 behoorden.
Zijn einde
Johann Mohr werd gedood toen zijn boot met alle manschappen op 2 april1943, ten westen van Porto, Portugal, door het Britse korvet HMS Stonecrop en de sloep HMS Black Swan fataal werd geraakt door dieptebommen en voorgoed wegzonk naar de zeediepte. Johann Mohr was 26 jaar toen hij sneuvelde...
Een onsamenhangende compositierijmpje, dat door Johann Mohr tijdens zijn terugweg vanaf de Oostkust van de V.S., in het Engels werd geschreven, luidde als volgt:
"The moon night is as black as ink
Off Hatteras the tankers sink
While sadly Roosevelt counts the score
Some fifty thousand tons. Mohr” -
("De maannacht is zo zwart zoals inkt.
Nabij Hatteras, de tankers zonken (zinkt)
Terwijl telt Roosevelt droevig de score
Van zowat vijftigduizend ton. Mohr”) -
Successen
27 schepen tot zinken gebracht voor een totaal van 129 292 BRT
2 oorlogsschepen tot zinken gebracht voor een totaal van 5775 ton
3 schepen beschadigd voor een totaal van 26 167 BRT
(de) Mason, David, Tweede Wereldoorlog - Duikbootoorlog - Standaard Tweede Wereldoorlog in woord en beeld - Standaard uitgeverij - Antwerpen/Utrecht
(de) Scherzer, Veit. Die Ritterkreuzträger 1939–1945 Die Inhaber des Ritterkreuzes des Eisernen Kreuzes 1939 von Heer, Luftwaffe, Kriegsmarine, Waffen-SS, Volkssturm sowie mit Deutschland verbündeter Streitkräfte nach den Unterlagen des Bundesarchives. Jena, Duitsland: Scherzers Miltaer-Verlag. 2007, ISBN 978-3-938845-17-2.
(de) Busch, Hans-Joachim; Röll. Der U-Boot-Krieg 1939–1945 — Die Ritterkreuzträger der U-Boot-Waffe von September 1939 bis Mai 1945. Hamburg, Berlijn, Bonn, Duitsland: Verlag E.S. Mittler & Sohn. 2003, ISBN 978-3-8132-0515-2.
(de) Fellgiebel, Walther-Peer. Die Träger des Ritterkreuzes des Eisernen Kreuzes 1939–1945 – Die Inhaber der höchsten Auszeichnung des Zweiten Weltkrieges aller Wehrmachtsteile. Friedberg, Duitsland: Podzun-Pallas. 2000, ISBN 978-3-7909-0284-6.
(de) Kurowski, Franz. Knight's Cross Holders of the U-Boat Service. Schiffer Publishing Ltd. 1995, ISBN 0-88740-748-X.