Van 1920 tot 1921 was hij lid van het Secretariaat van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie. Later werd hij ook Volkscommissaris van Opvoeding en lid van de Raad van Volkscommissarissen. Hij ontwikkelde zich tot een leidinggevend econoom in de Sovjet-Unie en keerde zich tegen de NEP. Tijdens de 13e partij conferentie in januari 1924, aan de vooravond van Lenins dood, had hij een forse aanvaring met Stalin, die hem verweet Lenin bij de onderhandelingen over het vredesverdrag van Brest-Litovsk in de steek te hebben gelaten: "Waar, in wiens kamp was u toen", vroeg Stalin. "U terroriseert de partij", schreeuwde Preobrazjenski terug. "Nee", antwoordde Stalin, "Ik waarschuw slechts hen die proberen tweespalt in de partij te zaaien"[1].
Na de dood van Lenin sloot hij zich aan bij de Linkse Oppositie van Leon Trotski. In 1927, na de val van Trotski, werd hij uit de partij gestoten, na een spijtbetuiging in 1929 opnieuw weer toegelaten, maar uiteindelijk kwam deze opstelling hem toch duur te staan: in 1933 werd hij opnieuw uit de partij gestoten en in 1936 gearresteerd. Nadat hij tijdens het tweede Moskouse showproces verder was belasterd bleef hij echter hardnekkig weigeren om de gefingeerde beschuldigingen te bekennen. In juli 1937 werd hij niettemin ter dood veroordeeld en direct daarna geëxecuteerd.
Preobrazjenski werd in 1988 gerehabiliteerd.
Literatuur
Simon Sebag Montefiore, STALIN het hof van de rode tsaar, Utrecht (2004), ISBN 90-71206-05-X