Jehu voorzei het einde van de dynastie van Basa, de koning van Israël.[2] Deze profetie kwam uit toen Basa's zoon Ela werd vermoord door Zimri, zijn wagenmenner. Zimri werd de daaropvolgende koning in Israël.[3]
Ruim 30 jaar later bestrafte Jehu Josafat, de koning van Juda. Josafat had namelijk vriendschap gesloten met de koning van Israël, Achab.[4] Deze Achab was berucht om zijn Baäl-aanbidding en zijn wanbestuur.[5]
Bronnen, noten en referenties
↑In de Hebreeuwse Bijbel zijn er vier andere personen met de naam Jehu, waaronder Koning Jehu van Israël.