In 1936 werkte hij samen met David Alfaro Siqueiros in diens experimentele studio. Van 1938 tot 1942 werkte Pollock in het kader van het Federal Art Project, waar hij echter snel weer weg moest omdat hij zich niet plooide naar de strenge regels. Zijn eerste solotentoonstelling vond plaats in 1943 door bemiddeling van Peggy Guggenheim, die hem ook onder contract nam in haar Art of the Centurygalerie.[1] Het 2,42 bij 6,03 meter metende schilderij met als titel Mural (1943) kwam tot stand in opdracht van zijn mecenas, Peggy Guggenheim die hem ook jarenlang onderhield met een maandelijkse toelage.[2]
Pollock trouwde in 1945 met Lee Krasner. Zij gingen in het gehucht Springs wonen in East Hampton (Suffolk County, New York), waar Krasner zo veel mogelijk hielp om Pollock van de drank af te houden. In 1952 had hij zijn eerste solotentoonstelling in Parijs. Pollock heeft veel gereisd maar uitsluitend binnen Amerika. In 1956 overleed Pollock in The Springs ten gevolge van een auto-ongeval. De kunstschilder Ruth Kligman overleefde het ongeluk.
Schilderstijl
Pollocks schilderstijl wordt tot het abstract expressionisme gerekend, evenals dat van onder anderen zijn tijdgenoot Willem de Kooning. De nadruk op de handeling van het schilderen noemt men "actionpainting". De schilder liet de verf van zijn kwast in grillige slierten op grote op de grond liggende doeken druppelen. Vandaar de naam van dit soort werk: drippings. Deze dripping-techniek werd zijn handelsmerk. In 1947 getuigde hij hierover: "Op de vloer voel ik mij meer op mijn gemak. Ik voel mij dichterbij, meer onderdeel van het schilderij, omdat ik er op deze manier omheen kan lopen, kan werken vanaf de vier zijdes en letterlijk in het schilderij kan zijn".