Hij was zoon van musicus Martinus Schuil en Martha van der Meulen. Hijzelf trouwde met zangpedagoge Amalia Hol, dochter van Richard Hol. Na de hbs in Harlingen te hebben afgerond ging Schuil het leger in. Na de Koninklijke Militaire Academie in Breda werd Schuil officier, eerst in Nederlands-Indië en daarna in Nederland. Na een aantal toneelstukken te hebben geschreven besloot hij in 1910 toneelrecensent te worden bij het Haarlems Dagblad. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd hij nog gemobiliseerd, maar in 1917 gaf hij zijn functie van beroepsofficier op.
Door zijn familie is Schuil op het idee gebracht om boeken te gaan schrijven en in 1910 verscheen zijn eerste jongensboek, Jan van Beek. Tot 1930 bleef Schuil bezig met schrijven. Ook bleef hij nog toneelrecensent tot aan het begin van de Tweede Wereldoorlog. J.B. Schuil overleed op 85-jarige leeftijd in 1960.
Titel van de eerste druk: Uit den kostschooltijd van Jan van Beek. De illustratie met de namen van het 'Drievingerenverbond' is door Schuil zelf ontworpen; de illustrator heeft de naam 'Demosthenes' kennelijk per abuis weggelaten