Sinfóníuhljómsveit Íslands, het IJslands Symfonieorkest, internationaal opererend onder de naam Iceland Symphony Orchestra (ISO) en gevestigd in Reykjavik, is het enige professionele symfonieorkest van IJsland. Het wordt gefinancierd door de rijksoverheid (56%), de publieke omroep Ríkisútvarpið (25%) en de gemeenten Reykjavíkurborg (18%) en Seltjarnarnesbær (1%).
Geschiedenis
In de nasleep van de onafhankelijkheid van IJsland aan het begin van de 20e eeuw werd ook de behoefte gevoeld aan een eigen omroep en muziekopleiding. In 1930 werden beide gerealiseerd. De muziekopleiding vindt plaats aan de afdeling Muziek van de Universiteit van IJsland in Reykjavik. Al snel zag men ook de noodzaak in van een symfonieorkest, dat die musici aan het werk hield en het land kon bedienen met klassieke muziek. Op initiatief van de componisten Páll Ísólfsson en Jón Þórarinsson werd op 9 maart 1950 Sinfóníuhljómsveitin (Het Symfonieorkest) opgericht als opvolger van Hljómsveit Reykjavíkur (Reykjavik Stedelijk Orkest) dat sinds 1925 bestond en slechts vijftien vaste musici telde. In 1956 werd de naam uitgebreid tot Sinfóníuhljómsveit Íslands (IJslands Symfonieorkest).
Naast ongeveer 60 jaarlijkse uitvoeringen in IJsland gaat men ook op tournee naar bijvoorbeeld de Faeröer, Scandinavië, Europa, Noord-Amerika en Groenland. Hoewel het gaat om een orkest met een afgelegen thuisbasis en een relatief beperkte publieke achterban - heel IJsland heeft ongeveer 325.000 inwoners - weet men toch gerenommeerde musici en dirigenten aan te trekken. De violistYehudi Menuhin en de pianistenVladimir Ashkenazy en Daniel Barenboim zijn als solist met het orkest opgetreden.
Tot chef-dirigent met ingang van het seizoen 2020-2021 is benoemd de Finse Eva Ollikainen met een contract tot ten minste 2024.[2] Assistent-dirigent met de titel "Conductor in residence" is in het seizoen 2023-2024 de Brits-Finse dirigent Ross Jamie Collins. De positie van composer in residence is in handen van Anna Þorvaldsdóttir, orkestdirecteur is Lára Sóley Jóhannsdóttir.
Daarnaast is er een jarenlange relatie met diverse internationaal bekende gastdirigenten. De Finse dirigent Osmo Vänskä keerde van 2014 tot 2020 terug als vaste gastdirigent. Hij werd in 2017 ook eredirigent, naast Vladimir Ashkenazy, die deze titel al heeft sinds 2002. Ashkenazy, die naast de Russische de IJslandse nationaliteit heeft, trad in de jaren 1971-1978 vaak op met het orkest, als pianosolist en als dirigent. Nadat hij kritiek had geuit was de verstandhouding jarenlang vertroebeld, maar het conflict werd in 2001 bijgelegd. Sindsdien komt de inmiddels in Zwitserland wonende Ashkenazy ieder jaar terug. Ook de Russische dirigent Gennadi Rozjdestvenski, die in 2018 overleed, stond jaarlijks voor het orkest. Tot de meer recente vaste gasten behoort Barbara Hannigan.
Harpa
Bij de oprichting in 1950 had het orkest geen eigen concertzaal. Er werd gespeeld in Þjóðleikhúsið, het toen nieuwe Nationale Theater in Reykjavik, waar de mogelijkheden voor een symfonieorkest beperkt waren. In 1961 stapte men over naar de Háskólabíó, een tot de Universiteit van IJsland (Háskóli Íslands) behorend bioscoopcomplex buiten het centrum van Reykjavik. Het orkest kreeg daar meer ruimte en voorzieningen, maar dirigenten, musici en publiek hadden veel bezwaren tegen de armzalige akoestiek. Omdat er een groeiende behoefte ontstond aan een "echte" concertzaal, werd in 2006 begonnen met de bouw van het nieuwe zalencomplex Harpa in het centrum bij de oude haven. Het ontwerp is van de Deense architect Henning Larsen in samenwerking met Olafur Eliasson. Door de kredietcrisis die IJsland in 2007-2008 extra hevig trof werd de bouw stilgelegd, maar uiteindelijk werd besloten het gebouw toch te voltooien. Sinds 2011 is Harpa's grote concertzaal Eldborg met 1800 zitplaatsen de thuisbasis van het orkest. Bij het openingsconcert op 4 mei 2011 dirigeerde Vladimir Ashkenazy het ISO in de Negende symfonie van Beethoven. Hij was als adviseur nauw betrokken bij het ontwerp en de bouw van de zaal.