De Holden Premier was een grote familiewagen van automerk Holden. Het model stond het instapmodel, de Holden Standard - later de Holden Belmont, en het model daarboven, de Special - later de Kingswood, in het gamma van het Australische merk. De Premier was het luxemodel van de drie hoewel er in de derde generatie nog een topmodel, de Holden Brougham, boven stond. De Premier was er enkel in sedan- en stationwagenvariant. Het model werd samen met de anderen na de HZ-serie vervangen door de kleinere Holden Commodore.
Geschiedenis
Eerste generatie (EJ-EH, 1962-1965)
In 1962 introduceerde het Australische Holden de nieuwe EJ-serie. Hierin werd ook een nieuw model gelanceerd: de Premier. De Premier werd het nieuwe topmodel van het gamma, nog boven de Special die tot dan deze functie vervulde. In de EJ-serie was de Premier enkel als sedan te verkrijgen. Op 26 oktober1962 werd een EJ Premier Sedan ook Holdens miljoenste geproduceerde auto. Een jaar na de EJ verscheen de EH-facelift. De belangrijkste wijziging was de nieuwe motor. Dit was nog steeds een 6-in-lijn, maar nu in 2,45 en 2,95 liter uitvoering in plaats van de oude 2,3 liter. De Premier kreeg hier ook een stationwagen die Station Sedan heette.
Tweede generatie (HD-HR, 1965-1968)
In 1965 hertekende Holden al haar modellen tot de Holden HD-serie. Beide modellen van de Premier kwamen over van de vorige serie. Ondanks een goede start faalde deze HD-serie. Het design viel niet in de smaak van de Australische kopers. De modellen werden vervroegd van de markt gehaald en de serie is tot op heden de minst lang geproduceerde ooit. De opvolgende HR-serie kwam hierop vervroegd uit. Deze werd opnieuw een succes. De facelift werd deze keer wel door moederconcern General Motors gedaan in de Verenigde Staten, en niet door Holden zelf. De carrosserie werd volledig hertekend.
Derde generatie (HK-HG, 1968-1971)
In 1968 werden de modellen opnieuw vernieuwd en werden tevens de modelnamen aangepast. De Standard werd de Holden Belmont en de Holden Special werd de Kingswood. De naam Premier bleef wel behouden hoewel de stationwagen Wagon ging heten. Ook onder de motorkap waren nieuwigheden te vinden. Holden introduceerde haar eerste niet-I6-motoren: twee V8's van Chevrolet. Zes maanden na de lancering verscheen ook een nieuw topmodel boven de Premier: de Brougham. Een jaar na de HK verscheen de HT-serie als een beperkte facelift, nog een jaar verder gevolgd door de HK-facelift. In die laatste serie kreeg de Premier standaard Holdens eigen automatische drieversnellingsbak.
Vierde generatie (HQ-HZ, 1971-1980)
In 1971 introduceerde Holden haar tot op heden (2007) succesvolste serie: de HQ-serie. De bijna 500.000 gebouwde exemplaren zijn tot op heden nog niet geëvenaard en ook de export bereikte een piek met meer dan 40.000 eenheden. De HJ opvolger was een facelift ervan. De HJ Premier werd ook uitgevoerd naar Japan waar Mazda hem onder de eigen merknaam verkocht. De Holden HX-serie was opnieuw een beperkte facelift. De HX werd vooral gelanceerd om de aangepaste motoren die aan de nieuwe Australische uitstootnormen moesten voldoen. In 1977 belandde de Premier ten slotte in zijn laatste serie: de HZ. Naast de nieuwe lijnen werd ook technische heel wat verbeterd. Onder andere de wielophanging en de veiligheidsuitrusting. In 1973 lanceerde Holden een Special Silver Premier Sedan naar aanleiding van de vijfentwintigste verjaardag van het merk. De HQ-serie zag tevens de introductie van de Holden Statesman, het nieuwe luxemodel met verlengde wielbasis. Vernieuwend was Holdens RTS-ophanging die standaard kwam en voor een sterk verbeterde wegliggeng zorgde. Intussen introduceerde Holden ook de kleinere Commodore die na de stopzetting van de HZ-serie alle sedan- en stationwagenmodellen verving.
Export
Tussen 1975 en 1977 werd de HJ Premier Sedan geëxporteerd naar Japan waar Mazda er een wankelmotor inbouwde en hem verkocht als de Mazda Roadpacer. Die motor was nogal zwak en de rijkelijk uitgeruste Roadpacer was behoorlijk duur. Mazda verkocht er 840 exemplaren van.