In 1823 werd naast de hervormde kerk van Noordbroek een pastorie gebouwd. Het blokvormige pand heeft twee bouwlagen en wordt gedekt door een zadeldak. Op het dak staan vier hoekschoorstenen. De bouwstijl kan als neoclassicistisch getypeerd worden. De symmetrisch vormgegeven voorgevel aan de oostzijde van het pand heeft in het midden een omlijste entree met een stoep. Boven de entree is een gedecoreerd hekwerk. Ter weerszijden van de entree bevinden zich twee zesruitsvensters. De verdieping heeft vijf van deze zesruitsvensters. Voor het huis is een grasperk met sierhaag aangelegd. Achter het dwarsgebouwde huis ligt de aangebouwde schuur. Achter de kerk en de woning ligt een bij de pastorie behorende slingertuin. Deze pastorietuin heeft een van de hoogste heuveltjes in dit soort Groningese slingertuinen. Deze heuveltjes werden gemaakt van de grond, die beschikbaar kwam bij het graven van de vijvers. De pastorie heeft zijn functie als dienstwoning voor de kerk verloren. Het pand wordt particulier bewoond en is erkend als rijksmonument.