H- en P-zinnen

De H- en P-zinnen dienen op verpakkingen van alle gevaarlijke stoffen voor te komen. Gevaarlijke stoffen of mengsels moeten volgens de voorschriften van GHS ingedeeld worden in een of meer categorieën. Voor elke categorie schrijft GHS voor welk pictogram, signaalwoord, bijhorende gevarenaanduidingen (H-zinnen; Hazard) en voorzorgsmaatregelen (P-zinnen; Precautionary) op het etiket moeten vermeld worden.

Voorbeeld

Voor een instabiele ontplofbare stof is het GHS-pictogram GHS01 (ontploffing), het signaalwoord Gevaar, de gevarenaanduiding H200 (Instabiele ontplofbare stof), en de voorzorgsmaatregelen:

  • P201 - "Alvorens te gebruiken de speciale aanwijzingen raadplegen."
  • P202 - "Pas gebruiken nadat u alle veiligheidsvoorschriften gelezen en begrepen heeft."
  • P273 - "Voorkom lozing in het milieu."
  • P281 - "De nodige persoonlijke beschermingsuitrusting gebruiken."
  • P372 - "Ontploffingsgevaar in geval van brand."
  • P373 - "Niet blussen wanneer het vuur de ontplofbare stoffen bereikt."
  • P380 - "Evacueren."
  • P401 - "... bewaren."
  • P501 - "Inhoud/verpakking afvoeren naar..."

Uitzondering zijn sommige categorieën met weinig gevaar, waarvoor geen aanduidingen op het etiket vereist zijn. Voorbeeld: "ontplofbare stoffen, subklasse 1.6" of "zelfontledende stoffen en mengsels, type G".

Oude classificatie

Zie R- en S-zinnen voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De H- en P-zinnen vervangen de vroegere Europese R- en S-zinnen en zijn verplicht op de etikettering sedert 1 december 2010 voor zuivere stoffen en sedert 1 juni 2015 voor mengsels.

Boven op de door de GHS vereiste H-zinnen zijn enkele door de Europese Unie aanvullend verplicht gestelde zinnen in de lijst met H-zinnen opgenomen. Die worden aangeduid als EUH-zinnen. De meeste van deze EUH-zinnen zijn ontstaan uit equivalente R- en S-zinnen.[1]

Zie ook