De race ging van start met David Coulthard die vanaf pole-position niet zo goed weg kwam.
Mika Häkkinen kwam echter wel goed van zijn plaats en reed zich naar de leiding, waarbij hij even toucheerde met de Ferrari van Michael Schumacher.
Na 10 ronden begon het te regenen en Michael Schumacher maakte handig gebruik van de twijfel bij Häkkinen door hem te passeren.
Eerst was het lichte regen, maar een aantal rondes later begon het harder te regenen en volgden de pitstops voor regenbanden.
Coulthard kwam voor Häkkinen terug in de wedstrijd, maar al gauw bleek dat de Fin sneller was en dus liet Coulthard hem voorbij.
Barrichello lag verder terug in de wedstrijd en moest zich voorbij Irvine en Verstappen knokken om terug te keren in de punten.
Jos Verstappen reed een sterke wedstrijd, maar toen hij Eddie Irvine probeerde te passeren raakten de twee elkaar. Irvine spinde en werd geraakt door Ralf Schumacher, terwijl Verstappen door een beschadiging aan de wielophanging een aantal bochten later definitief uit de wedstrijd spinde.
Michael Schumacher leidde voor Häkkinen, die nog zijn best deed om het gat met de Duitser te verkleinen maar uiteindelijk zijn meerdere moest erkennen in Schumacher. Beide coureurs hadden wel de rest van het veld, inclusief hun teamgenoten, op één of meer ronden achterstand gereden.
Nick Heidfeld kwalificeerde zijn Prost als 13e, maar zijn auto was twee kilo te licht en hij was uitgesloten van deelname. Het zou zijn eerste Grand Prix zijn in zijn thuisland Duitsland.