Bacewicz' vader en broers waren ook componisten. Ze werd geboren in Łódź als dochter van de Litouwse componist Vincas Bacevičius (1875-1952), in Polen bekend als Wincenty Bacewicz, en een Poolse moeder. Haar oudere broers waren Kęstutis Bacevičius (1904-1993), bekend als Kiejstut Bacewicz, die net als zijn zus in Polen bleef, en Vytautas Bacevičius (1905-1970), die in Litouwen en later in de Verenigde Staten ging wonen.
Aanvankelijk werkte zij ook als violiste. In 1935 was zij prijswinnaar van het Internationaal Vioolconcours Henryk Wieniawski in Warschau. Zij werd vervolgens violiste in het symfonieorkest van de Poolse radio en trad ook op als soliste in binnen- en buitenland. Componeren werd geleidelijk haar belangrijkste bezigheid. Na een ernstig auto-ongeluk in 1954 herstelde zij niet volledig en sindsdien legde zij zich volledig toe op haar composities.
Grażyna Bacewicz trouwde in 1936 en werd in 1942 moeder van een dochter Alina Biernacka, die als schilderes naam zou maken.
Muziek
Aanvankelijk componeerde Grażyna Bacewicz in een neoklassieke stijl, die geleidelijk evolueerde in modernere zin, zonder dat de muziek volledig atonaal werd. De viool speelt in haar oeuvre een belangrijke rol. Naast soloconcerten en sonates schreef zij ook kortere werken voor haar instrument.
Blaaskwintet (1932) - (Eerste prijs bij het Concours de la Société "Aide aux femmes de professions libres", Parijs, 1933)
Trio voor hobo, viool en cello (1935)
Sonate voor hobo en piano (1937)
Strijkkwartet no. 1 (1938)
Strijkkwartet no. 2 (1943)
Sonate no. 1 voor viool en piano (1946)
Trio voor hobo, klarinet en fagot (1948)
Suite voor twee violen (1943)
Strijkkwartet no. 3 (1947)
Strijkkwartet no. 4 (1951) - Eerste prijs, Concours International pour Quatuor a Cordes, Luik, 1951
Pianokwintet no. 1 (1952)
Strijkkwartet no. 5 (1955)
Sonatine voor hobo en piano (1955)
Partita voor viool en piano (1955)
Strijkkwartet no. 6 (1960)
Kwartet voor vier cello's (1964)
Pianokwintet no. 2 (1965)
Trio hobo, harp en slagwerk (1965)
Strijkkwartet no. 7 (1967)
Orkestwerken
Ouverture (1943)
Symfonie nr. 1 (1945)
Concert voor strijkers (1948)
Symfonie nr. 2 (1951)
Symfonie nr. 3 (1952)
Symfonie nr. 4 (1953) - Prijs van het Poolse ministerie van cultuur, 1955
Muzyka na smyczki, trąbki i perkusję (Muziek voor strijkers, trompetten en slagwerk) (1958) - Derde prijs bij de Tribune Internationale (UNESCO), Parijs 1960
Concert voor orkest (1962)
Contradizione voor kamerorkest (1966)
Soloconcerten
Viool
Vioolconcert no. 1 (1937)
Vioolconcert no. 2 (1945)
Vioolconcert no. 3 (1948)
Vioolconcert no. 4 (1951)
Vioolconcert no. 5 (1954)
Vioolconcert no. 6 (1957)(teruggetrokken door de componiste, nooit uitgevoerd)
Vioolconcert no. 7 (1965)
Altviool
Altvioolconcert (1968)
Cello
Celloconcert no. 1 (1951)
Celloconcert no. 2 (1963)
Piano
Pianoconcert (1949)
Concert voor twee piano's en orkest (1966)
Vocaal met orkest
Olympische cantate (1948) voor koor en orkest
Acropolis, cantate voor koor en orkest (1964)
Muziektheater
Z chłopa król (Boerenkoning), ballet (1953)
Przygoda Króla Artura (De avonturen van koning Arthur), radio opera (1959)