De Bontridder groeide op in Sint-Genesius-Rode en genoot zijn opleiding aan de Hogeschool Sint-Lukas in Brussel. Vanaf 1966 exposeerde hij werk, aanvankelijk vooral in België, zoals in de vermaarde galerie Richard Foncke in Brugge. Na een docentschap aan het zeepreventorium in De Haan, kwam hij in 1971 naar Nederland waar hij zijn studie voortzette aan de academie van Arnhem bij Peter Struycken. In 1973, hij woonde ondertussen in Heel, werd zijn werk opgemerkt door museumdirecteur Jean Leering. Die nam schilderijen van hem op in de vijfjaarlijkse tentoonstelling van jonge kunstenaars in het Van Abbemuseum in Eindhoven. Later volgden exposities in andere musea zoals in Venlo, Maastricht en Roermond. In 1984 verhuisde hij naar Maastricht waar hij in 1985 docent werd aan de Academie voor Beeldende Kunsten.
Het werk van Gilbert De Bontridder heeft zich in dertig jaar sterk ontwikkeld. In de jaren zeventig bestonden zijn schilderijen uit los naast elkaar staande kleurvelden, brede penseeltoetsen. Zo onderzocht de kunstenaar de meest elementaire mogelijkheden van de schilderkunst. Na verloop van tijd werd zijn werk complexer. De schilderijen werden 'ensembles' waarin hij fotocollages met schilderkunstige elementen tot spannende, suggestieve beelden combineerde.
Met publicaties in tijdschriften zoals Kreatief, De Spectator, Artefactum en 't Bassin wist hij vorm te geven aan zijn verlangen het kunstenaarschap een stevige theoretische basis te geven. Daarbij wist hij ontwikkelingen in de filosofie te verbinden met de belangrijke ontwikkelingen in de beeldende kunst. Dit was ook de basis voor zijn docentschap. Sinds zijn dood wordt op de Academie voor Beeldende Kunsten Maastricht jaarlijks de Gilbert De Bontridder-prijs uitgereikt aan de afstudeerder die met zijn werk een duidelijke visie over kunst kan aantonen.
In 1977 maakte De Bontridder een 4,5 bij 122 meter grote muurschildering op een van de muren van strafinrichting Overmaze in Maastricht. Steen voor steen een andere kleur.