Nadat hij de mulo had afgerond begon hij in 1956 zijn werkzame leven als gemeenteambtenaar bij de gemeenteGiessenburg. Vervolgens werkte hij bij de gemeenten Schoonhoven, Elst en Nieuwpoort. In 1968 kwam hij als plaatsvervangend gemeentesecretaris bij de gemeente Zeist terecht waaraan hij tot 1981 verbonden zou blijven.
Schutte volgde van 1956 tot 1965 diverse opleidingen op het gebied van de lagere overheid. Van 1969 tot 1974 gaf hij zelf les in het gemeenterecht aan een dergelijk opleidingsinstituut.
Schutte stond bekend als 'het staatsrechtelijke geweten van de Kamer'.[1] Hij vatte dit op als dat andere Kamerleden te weinig oog voor de staatsrechtelijke kant van het politieke bedrijf zouden hebben.
Op initiatief van Schutte werd in juni 1996 de commissie ingesteld die moest toezien op de uitvoering van de aanbevelingen van de enquêtecommissie opsporingsmethoden.
Sinds 2001 was hij lid van de Kiesraad. Van 2003 tot 2005 leidde hij een onderzoek naar de HBO-fraude. Begin 2005 was hij lid van de commissie die zich bezighield met de voorbereiding van het referendum over de Europese Grondwet en in de tweede helft van 2006 leidde hij een onderzoek naar een ongeval in de binnenstad van Utrecht waarbij tijdens een concert een werftrap was bezweken waardoor er een dode was gevallen en meer dan twintig mensen gewond raakten.