De ouders van Boyle waren beroepsmusici en onderkenden zijn talent al heel vroeg. Als wonderkind reisde hij heel Australië en Nieuw-Zeeland door en gaf in alle grote steden pianorecitals.
Boyle is uiteindelijk een voetnoot geworden in de biografieën van zijn beroemde leerlingen Aaron Copland en Samuel Barber. Boyle is twee keer getrouwd en twee keer gescheiden geweest. Hij stierf in Philadelphia in 1948 op 61-jarige leeftijd.
Boyle heeft niet veel geschreven; een opera getiteld The Black Rose; negen orkestwerken, waaronder een "symfonische fantasie", een balletsuite, een vioolconcert en een celloconcert, twee cantates, dertig liederen, acht kamermuziek werken, meer dan 70 pianostukken en een pianoconcert in d klein.
Dat pianoconcert in d klein heeft Boyle voltooid in 1911 en werd voor het eerst uitgevoerd op 29 september 1911 op het Worcester Festival in Massachusetts, door Ernest Hutcheson met het Boston Symfonieorkest onder leiding van Gustaaf Strube. Hutcheson voerde het concert vervolgens vier keer uit in februari en maart 1912 met het New York Philharmonic. De Australische première van het pianoconcert was in Sydney in november 1913 en werd uitgevoerd door Edith Kilminster onder leiding van Alfred Hill. Het stuk kreeg een goede recensie. Boyle maakte ook een versie voor twee piano's, die in 1912 door Schirmer in New York werd gepubliceerd. Het werk is opgedragen aan Harold Randolph, de toenmalige directeur van Peabody.
Bronnen, noten en/of referenties
Willemze, Theo. (1981). Componistenlexicon. Het Spectrum. Utrecht. ISBN 90-274-8975-0
Stiles, Allan. (2016). Tekstboek Hill en Boyle. Hyperion Records