Genten (Sulidae), ook wel rotspelikanen genoemd, zijn een familie van 70-85 cm grote stootduikendezeevogels uit de orde van de Suliformes.[1] De familie telt 10 nog bestaande soorten.
Kenmerken
Genten hebben een torpedovormig lichaam met een dicht verenkleed. De lange, forse snavel heeft gekartelde zijranden. Met de lange, puntige vleugels hebben genten een grote spanwijdte van 140 cm, zoals bij de roodpootgent (Sula sula) en de bruine gent (Sula leucogaster), tot 175 cm bij de soorten van het geslacht Morus (jan-van-genten). Genten hebben korte poten en zwemvliezen tussen alle vier de tenen.
Leefwijze
Voedsel, vooral vis, wordt op zee gezocht. Vissen worden stootduikend vanuit de lucht gevangen. De bruine gent (Sula leucogaster) voedt zich ook met pijlinktvissen.
Voortplanting
Het bultvormige nest is samengesteld uit allerlei planten, verstevigd met uitwerpselen, en wordt door de meeste soorten op de rotsen of op begroeide hellingen gebouwd. Alleen de roodpootgent (Sula sula) bouwt zijn nest niet op de grond, maar in een boom. Het legsel bestaat uit een enkel ei, dat door beide ouders zes weken lang wordt bebroed.
Verspreiding en leefgebied
Genten zijn vooral in tropische streken te vinden, maar ook in Groot-Brittannië komen ze voor. De bruine gent (Sula leucogaster) leeft vooral op eilanden voor de kust, en op eilanden met een droog klimaat nestelen vaak grote groepen maskergenten (Sula dactylatra).
Taxonomie
De volgende geslachten zijn bij de familie ingedeeld:[1]