Prinsen, die autodidact was, hield zich al op jonge leeftijd bezig met het verbeteren van elektrische systemen en apparaten. In de jaren twintig bedacht hij een basaal3-D-projectiesysteem. Voor de HaagsebioscoopondernemerLoet Barnstijn bouwde hij een apparaat dat een geluidsband synchroon liet lopen met de bijbehorende filmbeelden. Tussen 1928 en 1932 verkochten de twee de apparaten aan bioscopen in heel Nederland.
Zijn belangrijkste uitvinding deed Prinsen in 1934 toen hij een automatisch diafragma voor fotocamera's ontwikkelde.