"Beminden leser komt blijmoedigh aengetreden,
Wilt ghy profijtelijck wat voor uw Ziel besteden,
Naar onsen Winckel toe, hy is van als versien
Voor ider een, en meest voor alle ambachts lien.
[...]
Want als den Tegenspoedt u toe springht ’t allen kant,
En dat ghy sonder troost van hem wort overmant;
Dat hy uw lichaem gaet met pijn, en smerte quellen
Met onrust, ongemack oock uw gemoedt onststellen;
Vat dan dit boexken aen, door leest het soo ghy wilt:
Patiêntie alleen moet wesen uwen schilt.
Patiêntie die moet met u, en in uw wercken,
Soudt sy uw slappe Ziel met kloecken moedt verstercken.
Sy is de waere deught die soo aan Godt behaeght,
Dat ’s allen Tegenspoedt altijd om hem verdraeght.
Al dat u overkomt van smerten, straffen, pijnen,
Sal met Patiêntie in eenen roock verdwynen."
|
"Beminde lezer, kom blijmoedig aangetreden
- als gij nuttige tijd aan uw ziel wilt besteden -
naar onze winkel toe, hij is van alles voorzien,
voor iedereen, en vooral voor alle ambachtslieden.
[...]
Want als de tegenspoed u toespringt van elke kant
en gij zonder troost door hem wordt overmand.
Als hij uw lichaam met pijn en smart gaat kwellen,
en met onrust en ongemak uw gemoed gaat ontstellen,
neem dan dit boekje en doorlees het zoals gij wilt:
geduld alleen is uw beste schild.
Geduld moet met u, en in u werken,
Zo kan zij uw slappe ziel met kloeke moed versterken.
Zij is de ware deugd die God behaagt,
en die al onze tegenspoed verdraagt.
Al wat u overkomt van smarten, straffen, en pijnen,
zal met geduld in rook verdwijnen."
|