Ze hadden een niet zo verre familieband; zijn moeder Clémentine en haar grootmoeder Louise-Marie waren immers zussen en bovendien waren beider grootvaders Saksen-Coburgse broers.
Het huwelijk was erg ongelukkig. Louise ging na het huwelijk in Wenen wonen, waar ze haar eigen gang ging; ze had talloze minnaars en raakte betrokken bij vele schandalen. Dat een en ander mede het gevolg was van het feit dat Filips zelf er talloze maîtresses op na hield, deed niet ter zake. Wat van mannen bijna werd verwacht, was vrouwen in het geheel niet toegestaan. Toen Louise de liefde van haar leven had gevonden in de persoon van graaf Géza Mattacic, kwam het tot een duel tussen hem en Filips, waarbij de laatste ernstig gewond raakte.[1] Uiteindelijk verbande keizer Frans Jozef haar uit Oostenrijk. Louise zette haar relatie met graaf Mattacic voort, en toen ze in de problemen raakte vanwege geldschulden, was Filips niet meer bereid deze schulden te betalen. Het huwelijk werd uiteindelijk in januari 1906 ontbonden.
Filips stierf op 4 juli 1921 op 77-jarige leeftijd in Coburg, Duitsland.
↑O. Lindeman, Vorstenschemering. De families, de onderlinge verhoudingen de huwelijken, de paleizen en hoven en de val der Europese dynastieën met wat daaraan voorafging en wat overbleef Zaltbommel, 1974, pag. 40.