Keizer Nero werd na de grote brand zelf verantwoordelijk gehouden voor het uitbreken ervan. Om aan deze verdenking te ontkomen, zocht hij - zoals Tacitus verhaalt - de jonge christengemeenschap aansprakelijk te stellen voor de dramatische gebeurtenissen. Hij liet hen vervolgen, oppakken en veroordelen, waarna ze vaak door kruisiging, levend verbranden, of als menselijk offer in het Romeins circus ter dood gebracht werden.