Verschillende edicten keren terug bij meerdere rotsen en zuilen. Deze zijn naderhand gecodeerd als Pillar Edict (PE), Rock Edict (RE), Separate Rock Edict (SRE)[1] en Minor Rock Edict (MRE). Daarbuiten zijn er nog enkele andere, waaronder de Grieks-Aramese inscriptie van Kandahar en die in de grotten van Barabar.
Aanvankelijk was niet duidelijk welke heerser het betrof, aangezien deze alleen met zijn titels werd aangeduid, veelal Devanampiya (geliefd door de goden) en Piyadasi (door ons geliefd, weldoener). Aangezien deze titels in de Dipavamsa en de Mahavamsa voor Asoka worden gebruikt, werd dit raadsel hiermee opgelost. Bij latere vondsten van Edict 1 in 1915 werd ook de naam van Asoka aangetroffen. Dit was het geval bij Maski en later Udegolam, Nittur en Gujjara.
Enkele zijn geschreven in het Kharosthischrift, terwijl er ook een tweetalige tekst is in het Grieks en het Aramees, een tweetalige Prakrit-Aramese tekst en twee Aramese teksten. Deze bevinden zich in het noordwesten van het Mauryarijk, wat een aanwijzing is van de Griekse en Perzische invloed.
De inscripties verhalen over het boeddhisme dat Asoka na de oorlog om Kalinga aan was gaan hangen en geven een uitleg over dhamma en noemen soms ook het belang van sangha.
Niet alle inscripties zijn gevonden. Onder meer de Chinese reizigers Fa Xian en Xuanzang verhalen over inscripties die vooralsnog onbekend zijn.
Singh, U. (2008): A History of Ancient and Early Medieval India. From the Stone Age to the 12th Century, Pearson Education India
Noten
↑Ook wel Kalinga-edicten genoemd, omdat tot de vondst in Sannati gedacht werd dat deze alleen in Kalinga te vinden waren. Ook RE 13 wordt echter wel als Kalinga-edict aangeduid, omdat hier de verovering van Kalinga in beschreven wordt