Een digitale centrale van een modelspoorbaan is een kastje waarmee de digitale onderdelen zoals locomotieven, wissels en blokbezetmelders worden aangestuurd en daarbij ook terugmeldingen kan krijgen van de onderdelen zelf.
Protocollen voor modelbaansturing
Bijna alle digitale centrales werken met Digital Command Control (DCC), alleen Märklin wijkt hiervan af en hanteert het eigen Märklin Systems.
De ontwikkeling van diverse merkafhankelijke systemen is door de jaren heen stopgezet. Dit waren de systemen FMZ (Fleischmann), Motorola (Märklin) en Selectrix (Trix). De reden was dat DCC veel meer mogelijkheden biedt voor klanten om digitale apparatuur te combineren.
Uitbreidingsmogelijkheden
Versterker
Een digitale centrale heeft een beperkt elektrisch vermogen waarmee een aantal stroomafnemers kan worden gevoed. Om dit vermogen uit te breiden kan gekozen worden voor een versterker, ook wel booster genoemd, die gekoppeld wordt aan de digitale centrale en extra stroom levert aan het spoor.
Handregelaars
Om tijdens het besturen van de modelbaan rond te kunnen lopen zijn er handregelaars die aangesloten kunnen worden op de digitale centrale. Besturing van een modelbaan op deze wijze wordt ook wel Walk Around Control (WAC) genoemd.
Indien de digitale centrale geen directe besturingsmogelijkheid biedt, zal altijd een aparte handregelaar aangesloten moeten worden.
Door middel van terugmelddecoders met een blokbezetmelder kan een digitale centrale precies achterhalen of een baanvak vrij is of door een trein bezet wordt gehouden. Hierdoor kan de centrale een trein al dan niet toestemming geven om naar het volgende blok door te rijden.
Terugmelddecoders worden meestal gekoppeld via de s88 of LocoNet-bus.
Interface met PC
Door de digitale centrale te koppelen aan een computer kan de modelbaan ook bestuurd en geprogrammeerd worden via een computer. Oorspronkelijk verliep deze communicatie tussen de seriële poorten van de computer en digitale centrale met behulp van een RS-232-kabel met een DE-9-connector. Tegenwoordig wordt er steeds meer gebruikgemaakt van een aansluiting via een LocoNet of USB-kabel.
Om apparatuur met een verschillende stekker te verbinden zijn er speciale interface-kabels verkrijgbaar. Zo kan bijvoorbeeld een speciale interfacekabel aan de RS-232-poort van de digitale centrale en de USB-poort van een PC worden aangesloten.
De nieuwste ontwikkeling is een draadloze aansturing via wifi.
Er is speciale software noodzakelijk om een digitale modelbaan via een computer aan te sturen. Bepaalde software kan dit ook zonder tussenkomst van een digitale centrale.
Er is een omvangrijk assortiment van apparatuur waarmee de mogelijkheid van digitale besturing verder worden uitgebreid. Dit zijn apparaten zoals:
Keerlusmodule
Hiermee kan een keerlus binnen het 2-railsysteem probleemloos worden bereden doordat er geen kortsluiting ontstaat.
Remgenerator
Hiermee komen treinen niet met een ruk tot stilstaan, maar remmen ze natuurgetrouw.
Scheidingsmodule
Deze module zorgt ervoor dat een modelbaan met een digitaal en analoog aangestuurd deel aan elkaar verbonden kan worden.
Enkele van bovengenoemde uitbreidingen zitten soms al in de digitale centrale ingebouwd of zijn te programmeren via software op een PC. In deze gevallen is zo'n uitbreidingsmodule niet nodig.
Merken
Er zijn vele merken die elk hun eigen digitale centrale, oftewel command station, op de markt brengen:
In sommige gevallen is er naast de digitale centrale een aparte handregelaar vereist, omdat er via de digitale centrale niet rechtstreeks locomotieven kunnen worden aangestuurd.