Ondanks de economische successen van de regering begon Albanië zich (opnieuw) in de richting van een eenpartijstaat te bewegen. De door de DPS gedomineerde regering maakte het de oppositie, en dan met name de Socialistische Partij van Albanië (PSSh), de opvolger van de communistische Albanese Partij van de Arbeid (PPSh), erg lastig. Oppositieleden werd geïntimideerd en soms zelfs mishandeld. De Albanese parlementsverkiezingen van mei en juni1996, die oneerlijk liepen[4], werden gewonnen door de PDS. De partij verkreeg 122 van de 140 zetels en de PSSh verkreeg slechts 10 zetels. Hierna vonden er overal in het land demonstraties tegen de regering plaats. Het land verviel in anarchie en maart1997[5], verving president Sali Berisha premier Meksi door de socialist (PSSh) Bashkim Fino die een overgangskabinet waarin zowel de PSSh als de PDS vertegenwoordigd waren. De coalitiepartners bleven elkaar vijandig gezind[6].
De Albanese parlementsverkiezingen van juni/juli 1997 werden door de PSSh gewonnen. De PSSh verkreeg 101 van de 155 zetels[7]. De PDS was de grote verliezer en verkreeg maar 29 zetels. President Berisha trad op 23 juli1997 als president af. Voor de parlementsverkiezingen van gingen de PDS en enkele kleinere partijen een alliantie aan, Unie voor de Overwinning(Bashkimi për Fitoren). Deze alliantie kreeg 37,1% van de stemmen. De PDS als individuele partij kreeg 46 zetels, maar bleef nog tot aan de Albanese parlementsverkiezingen van 3 juli2005, die de PDS en haar bondgenoten wonnen, nog in de oppositie. Bij die verkiezingen verkreeg de PDS 56 van (7,67%) van de 140 zetels. Tezamen met haar bondgenoten werden dit er 73, een meerderheid in de Volksvergadering van Albanië (Albanees parlement). Sali Berisha, de man die van 1992 tot 1997 president was geweest, werd premier van een coalitiekabinet.
In 2009 won de PDS opnieuw bij omstreden verkiezingen, maar in 2013 kwamen de socialisten weer aan de macht. Berisha legde het leiderschap neer, maar bleef lid van het parlement.
Oud-minister Lulzin Basha volgde hem op, maar wist in 2017 en 2022 geen meerderheid te behalen en trad af. Vanaf 2022 woedt in de partij een machtsstrijd.
Berisha, die zich had afgescheiden, kwam weer terug en claimde de overwinning bij interne partijverkiezingen. De voorlopige partijleider Alibeija legde zich daar niet bij neer en er volgde een juridische procedure. In eerste termijn kreeg Berisha van de rechtbank gelijk, maar er volgde een hoger beroep.[8]
In mei 2021 weigerde het Amerikaanse ministerie van buitenlandse zaken Berisha en zijn familie een inreisvisum. De oud-premier werd beschuldigd van corruptie, zonder dat de beschuldiging werd onderbouwd.[9]
Trivia
De Democratische Partij van Albanië mag niet worden verward met de Nieuwe Democratische Partij (PDR). Deze partij is een afsplitsing van de PDS en wordt geleid door Genc Pollo, een oud-partijvoorzitter van de PDS.