Nadat Bowie in november 1977 klaar was met het promoten van zijn album "Heroes", ging hij op vakantie. In december keerde hij terug in de studio van RCA Records in New York, waar hij zijn vertelling van het sprookje Peter en de wolf van Sergej Prokofjev insprak. Prokofjev schreef dit sprookje in de jaren '30 van de twintigste eeuw met als doel om jonge kinderen met klassieke muziek kennis te laten maken. Het verhaal gaat over de jongen Peter, die uit de tuin van zijn grootvader loopt om op zoek te gaan naar een grote wolf. Elk dier in het sprookje wordt uitgebeeld door middel van een ander instrument. Zo wordt de kat van Peter gerepresenteerd door een klarinet, en zijn drie hoorns verantwoordelijk voor het geluid van de wolf.
Het was niet de eerste keer dat er een album met een vertelling van Peter en de wolf werd uitgebracht. In 1960 verscheen er al een versie met Leonard Cohen, terwijl Sean Connery in 1971 een versie uitbracht waarop hij werd begeleid door het Royal Philharmonic Orchestra. In 1975 kwam ook al het album The Rock Peter and the Wolf met Vivian Stanshall uit. RCA Records wilde dat hun versie door Alec Guinness of Peter Ustinov ingesproken zou worden, maar beide acteurs bedankten voor het project. In plaats hiervan schakelde RCA Bowie in, hun best verkopende artiest van dat moment. Bowie zei later dat het album een kerstcadeau voor zijn zevenjarige zoon Duncan Jones was.