Kleinere eenheden
|
factor
|
naam
|
symbool
|
10−12
|
picocoulomb
|
pC
|
10−9
|
nanocoulomb
|
nC
|
10−6
|
microcoulomb
|
μC
|
10−3
|
millicoulomb
|
mC
|
1
|
coulomb
|
C
|
De coulomb is de eenheid van elektrische lading, met als symbool de hoofdletter C. De eenheid is genoemd naar Charles-Augustin de Coulomb en is gedefinieerd in termen van ampère en seconden. 1 C is gelijk aan 1 As (ampère-seconde), de hoeveelheid lading die vervoerd wordt door een elektrische stroom van 1 ampère gedurende 1 seconde:
![{\displaystyle 1\,{\text{C}}=1{\text{A}}\cdot 1{\text{s}}}](https://wikimedia.org/api/rest_v1/media/math/render/svg/9c530ed094e50388d1cf04b3d2def203714e1dee)
De lading (in coulomb) is ook het product van spanning (in volt) en capaciteit (in farad), zodat:
![{\displaystyle 1\,{\text{C}}=1{\text{V}}\cdot 1{\text{F}}}](https://wikimedia.org/api/rest_v1/media/math/render/svg/235e51f591f2211ac191eac442e5d875328274d4)
De elementaire lading, dat wil zeggen de lading van een proton (positief) en van een elektron (negatief) is vastgesteld als exact 1,602 176 634 × 10−19 C. Dat houdt in dat 1 coulomb gelijk is aan de elektrische lading van ongeveer 6,241 506 × 1018 protonen.
Een lading van 1 coulomb is een zeer grote lading. Als twee puntladingen van +1 C en −1 C op een onderlinge afstand van één meter worden geplaatst, trekken ze elkaar aan met een kracht van ongeveer 9 miljard newton. Zou men een condensator van 1000 µF willen opladen tot 1 C, dan is daarvoor een spanning van 1000 V nodig. De meeste condensatoren met zo'n capaciteit zijn daar niet tegen bestand. In de praktijk wordt daarom meestal gewerkt met kleinere eenheden: mC, µC, nC en de pC.
Zie ook