Clara Wichmann was geboren als dochter van hoogleraar Carl Ernst Arthur Wichmann (1851-1927) en schrijfster Johanna Therese Henriette Zeise (1852-1938). Ze studeerde onder meer kunstgeschiedenis bij Willem Vogelsang aan de Universiteit Utrecht en filosofie bij Gerard Bolland in Leiden. Als jurist drong Wichmann in vele artikelen aan op een radicale hervorming van het strafrecht. Door haar werk bij het Centraal Bureau voor de Statistiek, waar ze vanaf 1916 hoofd was van de afdeling criminologie, werd ze gesterkt in haar opvatting dat vergelding geen goede basis was voor het strafrecht. In 1919 richtte Wichmann het Comité van actie tegen de bestaande opvattingen omtrent Misdaad en Straf op. Ze was voorstander van uitbanning van het strafrecht als manier om recht te doen. Ook op andere gebieden zoals de libertaire (anarchistische), anarcho-socialistische arbeidersbeweging, de antimilitaristische beweging en de vrouwenbeweging was Wichmann (vooral door middel van publicaties) actief. Hoewel ze streefde naar formele gelijke behandeling voor mannen en vrouwen, te beginnen met het kiesrecht (vrouwenkiesrecht werd pas in 1919 ingevoerd), vond ze het nog belangrijker dat vrouwen zich innerlijk vrij wisten te maken. In de beginjaren van de Internationale School voor Wijsbegeerte (Amersfoort) was Wichmann een gewaardeerd inleider bij maatschappij-kritische onderwerpen. Verder was zij lid van de vrijdenkersvereniging De Dageraad.[bron?] Ze trouwde met dienstweigeraar Jo Meijer. Een jaar later, enkele uren na de geboorte van haar dochtertje, stierf zij, pas 36 jaar oud. Meijer bundelde postuum veel van haar werk en gaf het uit.
Clara Wichmann was de zus van de Nederlandse kunstenaar Erich Wichmann die vijf jaar jonger was dan zij.
Het Clara Wichmann Instituut werd naar haar vernoemd. Dit instituut kwam van 1987 tot 2004 op voor de belangen van vrouwen.
Op 22 april 2004 is de Vereniging Vrouw en Recht - Clara Wichmann opgericht naar aanleiding van het opheffen van het Clara Wichmann instituut (CLWI). Het instituut werd opgeheven door beëindiging van de subsidie vanuit het ministerie van justitie.
Sinds 1988 wordt elk jaar op 10 december de Clara Meijer-Wichmann Penning uitgereikt door de Liga voor de Rechten van de Mens. Ook is er een proefprocessenfonds dat haar naam draagt; Bureau Clara Wichmann (voorheen Stichting Proefprocessenfonds Clara Wichmann). Dit fonds stelt geld ter beschikking voor het voeren van rechtszaken die de maatschappelijke en juridische positie van vrouwen in Nederland zouden kunnen verbeteren. De Vereniging Vrouw en Recht en het Fonds werken samen op praktische activiteiten.
In 1985 werd ter gelegenheid van haar 100e geboortedag in het huis aan de Nachtegaalstraat 37 in Utrecht, waar Wichmann haar jeugd doorbracht, een gedenksteen onthuld. De steen werd gemaakt door Aryaan Harshagen.[1]
1924 - Bevrijding. Opstellen. Arnhem, Van Loghum Slaterus & Visser. Eerder in diverse tijdschriften verschenen artikelen, 1911-1921
1931 - De rechtspositie der huisdieren. Amsterdam, Vereeniging voor wettelijke Dierenbescherming. Eerder verschenen in: De Nieuwe Amsterdammer
1975 - De direkte arbeiders-organisatie. Amsterdam, Anarchistiese Uitgeverij. Artikelen oorspr. verschenen in De Nieuwe Amsterdammerʺ (1920) en in Solidarité Ouvrière (1974)
Literatuur
B. de Ligt. Clara Meijer Wichmann als verdedigster der menschelijkheid. Amsterdam, "Comité van actie tegen de bestaande opvattingen omtrent misdaad en straf" (C.M.S.), 1933