Charles Owen Prince (Lynnwood, Californië, 13 januari1950), in de volksmond bekend als Chuck Prince, was bestuursvoorzitter (CEO) van de Amerikaanse bank Citigroup van 2003 tot 2007.[1] Hij stapte op in november 2007 nadat zijn bank onverwachts slecht gepresteerd had over het derde kwartaal van dat jaar. Deze slechte prestatie was voornamelijk het gevolg van de geleden verliezen op CDO's en MBS'en waar de bank in handelde. Het feit dat onder andere Prince bij zijn vertrek nog een enorme bonus kreeg uitgekeerd, veroorzaakte de nodige opschudding.[2]
Prince begon in 1975 als procureur bij U.S. Steel. In 1979 trad hij in dienst bij de Commercial Credit Company, de voorloper van de huidige Citigroup. In 1996 werd hij bevorderd tot Executive Vice President bij de destijds zelfstandige Travelers Group. Na de fusie van Travelers Group en Citigroup in 1999 werd Prince benoemd tot Chief Administrative Officer van Citigroup. Nadien werd hij nog bevorderd tot Chief Operating Officer (2001) en voorzitter van Citi Markets and Banking (2002). In 2003 volgde Prince ten slotte zijn voorganger Sanford I. Weill op als Chief Executive Officer (CEO) van Citigroup. Na Prince's vertrek als CEO bij Citigroup in 2007 werden zijn taken overgenomen door Vikram Pandit en Robert Rubin.
In 2009, toen de kredietcrisis eenmaal in volle hevigheid was uitgebroken, werd Prince in een artikel in The Guardian aangewezen als een van de vijfentwintig hoofdverantwoordelijken.[4] In 2008 was Prince in verband hiermee al genoemd in het tijdschrift Fortune, n.a.v. een omstreden uitspraak over "zolang de muziek nog blijft spelen" die hij in juli 2007 had gedaan in een interview in The Financial Times.[5]