De Cemetery H-cultuur was de fase in West-Punjab en de Ghaggar-Hakra-vallei volgend op de hoog-Harappa-periode. Deze cultuur werd ontdekt in Harappa door Madho Sarup Vats die concludeerde dat deze volgde op de Indusbeschaving. Waar de ontdekking van de schijnbaar vreedzame Indusbeschaving de plausibiliteit van de Indo-Arische migratie-theorie onderuit leek te halen, werd de ontdekking van Cemetery H enkele decennia later wel gezien als indicatie van de Indo-Arische invasie. Vere Gordon Childe opperde deze mogelijkheid in 1934, maar het was vooral Mortimer Wheeler die dit idee populair maakte. Het kreeg daarna meer navolging, maar ook kritiek, zoals van B.B. Lal.
Het eerdere grootse Harappa was in deze periode nog slechts een kleine nederzetting. Ten opzichte van hoog-Harappa was er in het gebied een sterke afname van het aantal nederzettingen, die in de meeste gevallen ook kleiner waren, nog onder de 5 hectare. Uitzonderingen waren Kudwala van 31 ha en Lurewala, Lundewali, Gamuwala Ther en Shahiwala van tussen de 15 en 20 ha. In de graven werden de lichamen meestal in rugligging geplaatst, terwijl in de bovenste lagen urnen waren begraven. Het aardewerk vertoont gelijkenissen met hoog-Harappa, maar kent ook nieuwe vormen. Deze periode viel samen met die van de Jhukarcultuur in Sindh, maar er zijn geen aanwijzingen dat hier nog contacten mee waren zoals tijdens hoog-Harappa.
Literatuur
Singh, U. (2008): A History of Ancient and Early Medieval India. From the Stone Age to the 12th Century, Pearson Education India, p. 211-212
Strategi Solo vs Squad di Free Fire: Cara Menang Mudah!