De plant wordt 30-90 cm hoog en vormt een bladrozet. De onderste bladeren zijn lang- of lancetvormig en de bovenste stengelbladeren lancetvormig.
De blauwe knoop bloeit van juli tot september met 4-7 mm grote blauwe bloemen. Er komen echter ook gele exemplaren voor en soms zelfs geelachtig witte of roodachtige. De bloemhoofdjes zijn bij het begin van de bloei half bolvormig en worden later bolvormig. Het bijzondere omwindsel (buitenkelk) is ruw behaard en heeft vier eironde stekelpuntige tanden. Aan de kelk zitten vijf borstels.
De plant wordt gerekend tot de zogenaamde afweerkruiden. Het zou afweer bieden tegen hekserij.
Volgens een oude sage zou de duivel woedend zijn geweest over de geneeskrachtige eigenschappen van de plant en daardoor een stuk van de wortelstok hebben afgebeten. De wortelstok van de blauwe knoop heeft een ietwat ongewone vorm. In enkele anderstalige namen van de plant is deze sage terug te vinden.