De term "Anglo-Catholic" raakte in de negentiende eeuw in zwang onder anglicaanse geestelijken in Engeland die streefden naar het herstel van de traditionele liturgie. Onder hen bevond zich Edward Bouverie Pusey (1800-1882) die streefde naar een katholieke revival binnen de Kerk van Engeland. Zij werden gezien als de opvolgers van de Tractarians. Pusey werd de informele leider van de anglo-katholieken (die ook bekend stonden als Puseyists). In het midden van de negentiende eeuw gingen een aantal vooraanstaande anglo-katholieken over tot de Rooms-Katholieke Kerk, w.o. John Henry Newman. Aan het einde van de negentiende eeuw viel de anglo-katholieke beweging uiteen in een conservatieve groep en een liberale groep die het katholicisme wilden verzoenen met modernistische opvattingen.
Verscheidende aartsbisschoppen van Canterbury worden gerekend tot het anglo-katholicisme, de vorige aartsbisschop, Rowan Williams (*1950), geldt als een prominente vertegenwoordiger van deze stroming.
Binnen het anglo-katholicisme bestaat ook een evangelische sub-stroming.[3]