Bij het overlijden van vorst Frans Alexander van Nassau-Hadamar in 1711, waarbij het Huis Nassau-Hadamar in de mannelijke lijn uitstierf, erfde Frederik Willem Adolf samen met de vorsten Willem Hyacinth van Nassau-Siegen, Willem II van Nassau-Dillenburg en Johan Willem Friso van Nassau-Diez het vorstendom Nassau-Hadamar.[noot 4] Bij de verdeling van het vorstendom Nassau-Hadamar in 1717 verkreeg Frederik Willem Adolf samen met Willem Hyacinth van Nassau-Siegen de stad Hadamar, Dehrn en Niederzeuzheim.[15] Deze gebieden vertegenwoordigden een derde deel van de erfenis. Omdat zij zowel aan Willem Hyacinth als aan Frederik Willem Adolf toevielen, bezat Frederik Willem Adolf dus slechts een zesde deel van Nassau-Hadamar.[16]
Frederik Willem Adolf overleed op 13 februari 1722 in de Nassauischer Hof in Siegen. De doodsoorzaak was waterzucht.[13] Hij werd op 10 april[9][17] begraven in de Fürstengruft aldaar.[9][18] Hij werd opgevolgd door Frederik Willem II,[1][15][19] de enige zoon uit zijn eerste huwelijk met Elisabeth Juliana Francisca van Hessen-Homburg. Frederik Willem II stond tot 1727 onder voogdij en regentschap van zijn stiefmoeder Amalia Louise.[1]
Ook na haar regentschap bleef Amalia Louise in de Nassauischer Hof wonen, dat sinds het midden van de 18e eeuw Untere Schloss genoemd wordt. De noordelijke vleugel van het paleis wordt naar haar nog altijd de Kurländer Flügel genoemd.[20]
Amalia Louise's stiefzoon Frederik Willem overleed op 2 maart 1734 in de Nassauischer Hof in Siegen, hij was pas 27 jaar. Op 19 juni schonk zijn weduwe Sophia Polyxena Concordia van Sayn-Wittgenstein-Hohenstein het leven aan de vijfde dochter. Er waren dus geen mannelijke erfgenamen, en de vorstin-weduwe moest er noodgedwongen mee instemmen dat de katholieke vorst Willem Hyacinth het gereformeerde land en de stad Siegen in bezit nam. De vorsten Christiaan van Nassau-Dillenburg en Willem Carel Hendrik Friso van Nassau-Diez (in Nederland beter bekend als prins Willem IV van Oranje-Nassau) maakten echter ook aanspraak op de erfenis. Hun soldaten bezetten – terwijl Willem Hyacinth in Spanje was – de Nassauischer Hof in Siegen. Het gereformeerde deel van het Siegerland bleef onder de heerschappij van Nassau-Dillenburg en Nassau-Diez vallen.[21]
Tijdens het bezoek aan zijn Duitse stamlanden in 1741 en 1742 verbleef prins Willem IV van Oranje-Nassau bij Amalia Louise en haar schoondochter Sophia Polyxena Concordia in de Nassauischer Hof in Siegen.[20]
Amalia Louise overleed op 18 januari 1750 in de Nassauischer Hof in Siegen. Ze werd op 23 maart[9] begraven in de Fürstengruft aldaar.[9][18]
Kinderen
Uit het huwelijk van Amalia Louise en Frederik Willem Adolf werden de volgende kinderen geboren:[22][23][24]
Willem Maurits (Nassauischer Hof, Siegen, 1 maart 1717 – aldaar, 5 augustus 1719).
Elisabeth Hedwig (Siegen, 19 april 1719 – Slot Wittgenstein, Laasphe, 10 januari 1789), huwde op 12 juni 1743 in Siegen met graaf Frederik van Sayn-Wittgenstein-Hohenstein (Berlijn, 19 januari 1708 – Wittgenstein, 9 juni 1756). Hij was weduwnaar van een oudere zuster van Elisabeth Hedwig.
Prinses Prinses Augusta Amalia van Nassau-Siegen (1712-1742).
Prinses Carolina Amalia Adolfina van Nassau-Siegen (1715-1752).
Prinses Elisabeth Hedwig van Nassau-Siegen (1719-1789).
(de) Aßmann, Helmut, Menk, Friedhelm (1996). Auf den Spuren von Nassau und Oranien in Siegen. Gesellschaft für Stadtmarketing Siegen e.V., Siegen.
(de) Clercq, Carlo de, ʻDie katholischen Fürsten von Nassau-Siegenʼ in: Nassauische Annalen. Band 73, Wiesbaden (1962), p. 129-152.
(de) Dek, A.W.E. (1962). Graf Johann der Mittlere von Nassau-Siegen und seine 25 Kinder. Krips Repro, Rijswijk.
Dek, A.W.E. (1970). Genealogie van het Vorstenhuis Nassau. Europese Bibliotheek, Zaltbommel.
(fr) Huberty, Michel, Giraud, Alain; Magdelaine, F. & B. (1981). l’Allemagne Dynastique. Tome III: Brunswick-Nassau-Schwarzbourg. Alain Giraud, Le Perreux.
(de) Knetsch, Carl (1931). Das Haus Brabant. Genealogie der Herzoge von Brabant und der Landgrafen von Hessen. II. Teil: Die Nachkommen Philipps des Grossmütigen. Historischer Verein für das Großherzogtum Hessen, Darmstadt.
(de) Lück, Alfred (1981). Siegerland und Nederland, 2. Auflage. Siegerländer Heimatverein e.V., Siegen [1967].
(de) Lück, Alfred, Wunderlich, Hermann (1956). Die Fürstengruft zu Siegen. Verkehrsverein Siegen e.V., Siegen [1952].
(de) Menk, Friedhelm (1971). Quellen zur Geschichte des Siegerlandes im niederländischen königlichen Hausarchiv. Stadt Siegen/Forschungsstelle Siegerland, Siegen.
(de) Menk, Friedhelm, ʻDie Fürstengruft zu Siegen und die darin von 1669 bis 1781 erfolgten Beisetzungenʼ in: Burwitz, Ludwig u.a. (Redaktion), Siegener Beiträge. Jahrbuch für regionale Geschichte 9, Geschichtswerkstatt Siegen – Arbeitskreis für Regionalgeschichte e.V., Siegen (2004), p. 183-202.
(de) Spielmann, Christian (1909). Geschichte von Nassau (Land und Haus) von den ältesten Zeiten bis zur Gegenwart. Teil 1. Politische Geschichten. P. Plauen, Wiesbaden.
Vorsterman van Oyen, A.A. (1882). Het vorstenhuis Oranje-Nassau. Van de vroegste tijden tot heden. A.W. Sijthoff en J.L. Beijers, Leiden en Utrecht.
Voetnoten
↑“Hoewel Dek (1970) en Europäische Stammtafeln I, 117 en II, 88 zeggen dat zij op 27-7-1687 is geboren, konden wij vaststellen dat de geboorte plaatsvond in Mitau op de 23e. Inderdaad, de kennisgeving die de hertog van Koerland op 24-7-1687 vanuit Mitau verstuurde, kondigt de geboorte van een dochter aan «gestern morgens» (zie Staatsarchief Wiesbaden 170III).”[3]
↑“Hoewel Dek (1962) en Dek (1970) het huwelijk in Bayreuth op 20-4-1708 plaatsen (datum bevestigd door Europäische Stammtafeln I, 117, Europäische Stammtafeln II, 88 en Knetsch (1931)), vinden we in het huwelijkscontract dat op 6-8-1708 in Siegen werd ondertekend: «solches durch das Fürstliche Beylager mit öffentlichen und gewöhnlichen Christfürstlichen Ceremonien den 13. April des noch laufenden 1708 Jahres in der Fürstlichen Residenz zu Bayreuth vollzogen». De datum 13 april wordt bevestigd door de kennisgeving van het huwelijk (zie Staatsarchief Marburg 4f, Nassau-Siegen N. 241), d.d. Bayreuth 18-4-1708: «den 13. Aprilis allhier zu Bayreuth … durch würklich gehaltenes Beylager». Zie ook in het Koninklijk Huisarchief (IV/1561), personalia: «den 13. April 1708 dero christfürstl. Beylager in Bayreuth». De registers van de Hofkirche in Bayreuth zijn verdwenen.”[3]
↑“Hij wordt in bijna alle officiële documenten met deze drie voornamen genoemd, maar soms alleen Frederik Willem (zie bijvoorbeeld Menk (1971), p. 89). Dek (1970) noemt hem Frederik Willem I Adolf; Europäische Stammtafeln daarentegen vermeldt hem als Adolf in zijn tabel Nassau-Siegen (band I, 117), terwijl hij hem op andere plaatsen onder de dubbele voornaam Frederik Willem vermeldt, hetgeen bij de lezers voor enige verwarring zorgt.”[8]
↑“Zie Spielmann (1909) en de Clercq (1962), p. 146. Bij het uitsterven van de linie Hadamar in 1711, werd het vorstendom Hadamar tot 1717 gezamenlijk bestuurd door de linies Nassau-Diez, Nassau-Siegen en Nassau-Dillenburg.”[14]
↑Huberty, et al. (1981), p. 355 noemt haar Charlotte Wilhelmine. De voornamen Wilhelmina Charlotta Luisa bij Menk (2004), p. 201; Wilhelmina Charlotte Louise bij Dek (1970), p. 97; Wilhelmine Charlotte Luise bij Lück & Wunderlich (1956), p. 35 en Wilhelmina Charlotta Louisa bij Vorsterman van Oyen (1882), p. 129.
↑Voornamen conform Huberty, et al. (1981), p. 355. De voornamen Augusta Amelia Albertina Henriëtte Elisabeth bij Dek (1970), p. 97 en Augusta Amalia Albertina Henrietta Elisabeth bij Vorsterman van Oyen (1882), p. 129.
↑Namen conform Huberty, et al. (1981), p. 355. De namen Karel Frederik Willem van Sayn-Wittgenstein bij Dek (1970), p. 97 en Carel Frederik Willem van Sayn-Wittgenstein-Hohenstein bij Vorsterman van Oyen (1882), p. 129.
↑“De doopakte noemt haar Charlotte Amélie Adolphine. In de kennisgeving van het overlijden is «Charlotte» veranderd in «Caroline».”[25]