Holdsworths vader was jazzpianist. Holdsworth wilde altijd saxofoon leren spelen, maar wegens geldgebrek begon hij op zijn zeventiende met gitaarspelen. Hoewel zijn vader muzikant was, was Holdsworth autodidact.[bron?] Van akkoorden en toonladders wist hij alles af. Noten lezen kon hij echter niet.
Vanaf het begin van de jaren tachtig bracht Holdsworth zelf zijn eigen muziek uit. De albums "IOU", "Road Games" en "Metal Fatigue" schudden de gitaarwereld wakker met hun eigenzinnige muzikale benadering en unieke sound.[bron?]
Met het uitbrengen van het album "Atavachron" introduceerde hij de Synthaxegitaarsynthesizer. Op het album "Sixteen Men of Tain" keerde Holdsworth terug naar meer gangbare gitaarinstrumenten.
Holdsworth was naast gitarist ook bierkenner. Hij brouwde zijn eigen bier en vond de "Fizzbuster" (een soort bierpomp) uit. Zijn muziekstudio heette The Brewery.