Alex, voluit Alex Graccus, is de hoofdfiguur die wij als slaaf leren kennen in het door Crassus aangevallen rijk van de Parthen. Hij is van oorsprong geen Romein, maar een Galliër. In het eerste deel van de reeks, Alex de Onversaagde, wordt hij als zoon aangenomen door een Romein (Honorus Galla Graccus) die op zijn sterfbed opbiecht ooit Alex’ vader Astorix aan een Egyptische slavenhandelaar te hebben verkocht, zodat zijn moeder stierf van verdriet en Alex in handen van de Feniciërs viel.
Het lezen van Alex is een manier om op speelse wijze de klassieke oudheid te verkennen. De tekeningen zijn helder en bieden een zeer realistische historische context. Kenmerkend voor de Alex-reeks is daarbij een constante verandering van sfeer en decors. Aan het einde van het eerste album geeft Julius Caesar dan ook te kennen dat hij Alex wel wil meenemen naar Gallië, waar hij wat te doen heeft.
In het tweede album, De gouden sfinx, wordt Alex hoofdman van zijn stam en verslaat Julius Caesar de befaamde Gallische leider Vercingetorix bij Alesia, waarop Caesar aan Alex vraagt of hij soms iets voor hem wil uitzoeken in Egypte. Daar leert Alex zijn vriendje Enak kennen, die hem tijdens vele volgende avonturen zal vergezellen. In het derde album, Het vervloekte eiland, reist Alex naar Carthago en langs de Zuilen van Hercules om iets voor Caesar op te lossen.
Personages
Alex: Alex is de van oorsprong Gallische hoofdpersoon. Hij is echter een Romeins staatsburger en voelt zich ook meer een Romein dan een Galliër. Alex raakt vaak in de problemen, al vloeit dit dikwijls voort uit een extreem rechtvaardigheidsgevoel. Vaak gaat Alex de strijd om leven of dood aan, maar als het even kan spaart hij zijn medemens en springt hij voor iedereen in de bres. De jongen is nog vrij jong, heeft blond haar en is bijna altijd in het rood gekleed. Hij kreeg de naam Graccus nadat hij de aangenomen zoon werd van de rijke Romeinse gouverneur Honorus Galla (zie Alex de onversaagde).
Enak: Een andere belangrijke persoon in de reeks is Alex' Egyptische vriendje Enak. Hij is jonger dan Alex en heeft zwart haar dat bijna tot aan zijn schouders komt. Meestal is hij in het blauw gekleed. In het tweede album De gouden sfinx wordt Alex geholpen door de koopman Josah. Zo ontmoet hij Enak, die de aangenomen zoon van Josah is. De jongen komt vaak erg kwetsbaar over.
Arbaces: De door en door slechte rivaal van Alex met veel invloed (komt maar in een paar verhalen voor). Arbaces is van Griekse komaf, hij kruiste wegen met Alex in het eerste album Alex de onversaagde.
Galva: Een goede vriend van Alex en een centurion in het Romeinse leger. Hij komt in een paar verhalen voor sinds het album De zwarte klauw.
Heraklion: Komt maar een paar keer voor in de verhalen. Hij is dan weer in het groen gekleed en heeft ongeveer dezelfde leeftijd als Enak. Alex beloofde hem onder zijn hoede te nemen na de dood van Herakions moeder, die een Griekse koningin was en leefde in de hoop dat het Griekenland van weleer zou herleven (zie De laatste Spartaan). Ze vertrouwde Heraklion aan Alex toe omdat ze wou dat haar zoon zou worden als Alex (moedig) en dat door hem de roem van Griekenland zou voortleven.
Publicatiegeschiedenis
Het eerste avontuur van Alex startte in de Franstalige Kuifje in september 1948 en werd vanaf november ook gepubliceerd in de Nederlandstalige versie.[1] Martin kende een hoge productiviteit waarbij tot aan het einde van het derde verhaal in april 1952 vrijwel elke week een plaat werd getekend.[2] In deze periode werkte Martin ook tot 1972 voor Studios Hergé en werkte mee aan vijf Kuifje-albums.[2] De eerste vier Alex-verhalen waren onderworpen aan de eisen van een wekelijkse uitgave, onder meer te zien aan de vier stroken per plaat en een groot aantal vakjes.[3] De tekst was overvloedig en diende het plaatje toe te lichten. Martin poogde zijn stijl te laten aansluiten op die van Hergé, maar dan ernstiger.[3] Vanaf het tweede deel van De tiara van Oribal nam Martin afstand van Hergés stijl en ging voor een meer vormelijke stijl met een starheid van houdingen, een overheersing van een symmetrische opstelling en nabootsing van de reconstructie.[3] Vanaf het album Het vervloekte eiland werkte Martin samen met Roger Leloup.[4]
Van februari 1959 tot en met november 1962 werd er geen Alex gepubliceerd in Kuifje doordat Martin werkte aan Kuifje in Tibet en daarna aan De juwelen van Bianca Castafiore.[4] De stijl van Alex voor zijn zesde verhaal De verloren legioenen was nieuw en krachtig, in evenwicht tussen de stijl van Hergé en zijn eigen zoektocht naar realisme.[4] De decors waren van de hand van Roger Leloup.[4] Martin volgde niet enkel de regels van het kinetisme, maar meer het proces van shot/tegenshot en zowel de observator als het geobserveerde object in beeld te brengen.[5] Hij gebruikte een veelheid aan standpunten, zodat hij een beeld kon schetsen dat zo correct en volledig mogelijk was.[6] Voor de beelden uit het Oude Rome keek Martin veel naar de academische schilders van de negentiende eeuw die een grotendeels ingebeelde oudheid tot leven te brengen.[7] In de De verloren legioenen toonde hij bijvoorbeeld een van de bekendste werken uit deze stroming: Ave Caesar, morituri te salutant van Jean-Léon Gérôme uit 1859.[7] Door deze werken slopen er onjuistheden in Alex, al corrigeerde Martin deze fouten bij ontdekking. Zo tekende hij bijvoorbeeld de belegering van Alesia in De gouden sfinx in de sneeuw, maar corrigeerde dat later in Vercingetorix.[8]
Tot in 1983 verschenen de verhalen van Alex in Kuifje. Het verhaal Het paard van Troje startte in november 1987 in Eppo Wordt Vervolgd en eindigde in 1988 in diens opvolger het Sjors en Sjimmie Stripblad. Alle latere verhalen, waarbij de betrokkenheid van Martin als tekenaar afnam, werden niet meer voorgepubliceerd in stripbladen op de Nederlandstalige markt, maar verschenen direct in album bij uitgeverij Casterman.
Vanaf het twintigste deel van de Alex-reeks, O Alexandrië, werkte Jacques Martin inzake scenario, tekeningen, figuren, decors en kleuren met wisselende medewerkers (soms voor slechts 1 of 2 albums) samen, zoals Rafael Moralès (erg vaak), Marc Henniquiau, Cédric Van Heirweghe, Andrée Bienfait, Cégé, Dina Kathelyn, François Maingoval, Christophe Simon, Patrick Weber, Manuela Dumet en Bruno Wesel. De reden hiervoor blijkt onder meer zijn sterk verminderd zichtvermogen te zijn, zodat assistentie zich opdrong. Na het overlijden van Martin in 2010 is de serie voortgezet. Zodoende is er in deze langlopende reeks tussen de eerste drie albums en de laatsten een zéér ingrijpend stijlverschil ontstaan in verhaallijnen, bladvulling, het aantal en de vorm der tekenplaten, en -vooral- het afbeelden der (hoofd)personages.
Het album De Helvetii (2019) werd wel nog gebaseerd op een scenario van Jacques Martin.[11]
De dooltocht van Alex (1987). In 1987 verschenen als hardcover in een enkel deel, in 1999 en 2003 uitgegeven in 2 delen.
Bode van Rome (2007). Verschenen bij Philastrips in hardcover in een oplage van 600 genummerde exemplaren en als luxe-uitgave in een oplage van 175 genummerde en gesigneerde exemplaren.
Bundelingen
In 2007 en 2008 verschenen bij Casterman 5 bundelingen in hardcover:
Egyptische avonturen (bevat Prins van de Nijl, O Alexandrië en De reizen van Alex: Egypte 1)
Romeinse avonturen (bevat Het Etruskische graf, De zoon van Spartacus en De reizen van Alex - Rome-1)
Gallische avonturen (bevat De verloren legioenen, Vercingetorix en De reizen van Alex - Lutetia)
Griekse avonturen (bevat De laatste Spartaan, Het paard van Troje en De reizen van Alex - Griekenland-1)
Carthaagse avonturen (bevat Het vervloekte eiland, Het spook van Carthago en De reizen van Alex - Carthago)
Niet in het Nederlands verschenen zijn:
Les premières aventures (De eerste avonturen)
Les aventures en extrême-orient (De avonturen in het verre oosten)
Romans
In 2004 zijn bij Casterman 4 romans over Alex verschenen, geschreven door Alain Hammerstein (pseudoniem van Alain De Kuyssche) en met tekeningen van Jean-François Charles. De eerste en vierde roman zijn op bestaande stripalbums gebaseerd. De overige twee bevatten een zelfstandig verhaal. Geen van deze romans is tot op heden in het Nederlands vertaald.
Alix l'intrépide, 2004. (Gebaseerd op album 1: Alex de onversaagde)
Le Sortilège de Khorsabad, 2004.
L'Ombre de César , 2004.
Le Sphinx d'or, 2004. (Gebaseerd op album 2: De gouden sfinx)
Spin-offs
De reizen van Alex
Naast de avonturen van Alex is er nog een reeks van stripboeken uitgegeven welke is getiteld De reizen van Alex. Deze reeks geeft een bron van informatie over de gehele geschiedenis van de tijd waarover de avonturen van Alex zich heeft afgespeeld. Naast tekeningen en plattegronden, worden ook foto's van opgravingen weergegeven.
Verschillende tekenaars en scenaristen werkten aan deze reeks.
De albums van de serie Historische personages of Alex presenteert - Historische personages, met scenario's van onder meer François Maingoval, bevatten een biografie van personen uit de oudheid.
Alex senator is een parallelle serie die zich afspeelt in de tijd van keizer Augustus, meer dan twintig jaar na de hoofdreeks. Alex is in deze serie senator geworden en woont te Rome met zijn zoontje Titus en Khephren, de zoon van Enak. De serie loopt vanaf 2012 en wordt geschreven door Valérie Mangin en getekend door Thierry Démarez.
De jeugd van Alex (originele titel: Alix origines) speelt zich af tijdens de jeugdjaren van het hoofdpersonage Alex. Het eerste album De kindertijd van een Galliër verscheen in 2019. De strip wordt geschreven door Marc Bourgne en getekend door Laurent Libessart.[15] Ook heeft deze spin-off een andere tekenstijl dan de andere Alex-strips die getekend zijn in de stijl van de Brusselse school.[16]
↑ abG. Alyüz, S. Beaujean, R. Brethes, P. Ducret, D. Pasamonik & J. Potin, Alex, de kunst van Jacques Martin (2018). Casterman. ISBN 978-90-303-7396-4. Blz. 12.
↑ abcG. Alyüz, S. Beaujean, R. Brethes, P. Ducret, D. Pasamonik & J. Potin, Alex, de kunst van Jacques Martin (2018). Casterman. ISBN 978-90-303-7396-4. Blz. 18.
↑ abcdG. Alyüz, S. Beaujean, R. Brethes, P. Ducret, D. Pasamonik & J. Potin, Alex, de kunst van Jacques Martin (2018). Casterman. ISBN 978-90-303-7396-4. Blz. 22.
↑G. Alyüz, S. Beaujean, R. Brethes, P. Ducret, D. Pasamonik & J. Potin, Alex, de kunst van Jacques Martin (2018). Casterman. ISBN 978-90-303-7396-4. Blz. 25.
↑G. Alyüz, S. Beaujean, R. Brethes, P. Ducret, D. Pasamonik & J. Potin, Alex, de kunst van Jacques Martin (2018). Casterman. ISBN 978-90-303-7396-4. Blz. 27.
↑ abG. Alyüz, S. Beaujean, R. Brethes, P. Ducret, D. Pasamonik & J. Potin, Alex, de kunst van Jacques Martin (2018). Casterman. ISBN 978-90-303-7396-4. Blz. 36.
↑G. Alyüz, S. Beaujean, R. Brethes, P. Ducret, D. Pasamonik & J. Potin, Alex, de kunst van Jacques Martin (2018). Casterman. ISBN 978-90-303-7396-4. Blz. 37.
↑Jaar en maand van de eerste Nederlandstalige publicatie. Vanaf nr 20 betreft het de eerste originele publicatie.